Gramschap 38/39 (oktober 1983) had als bijlage de LP Miljoenen Magen van Verz Ed waarop een groot aantal muzikanten uit allerlei bands deze Wormer troubadour begeleidden. De Gramschap, dit keer extra groot uitgevoerd, opende met het tweede deel van een realistische analyse over de Muziekindustrie, een vervolg op Gramschap 22/23.
Verder een aantal collages, tekening, gedichten en artikelen.

De meeste  (maar niet alle) afbeeldingen hieronder kunnen worden vergroot door er op te klikken.
Bij sommige browsers moet je daarna nog een handeling uitvoeren om het beeld te vergroten.




omslag



MUZIEKINDUSTRIE 
'n realistiese analyse
Net als de meeste andere ondernemers klagen ook de platenmaatschappijen steen en been.
Van de Haagse Post tot de Privé kunnen we hun smartelijke verhalen lezen over dalende winsten en ‘de verarming van de muziekwere1d’.
De schuldigen voor die dalende winsten wijzen de platenbazen eensgezind aan:
dat zijn de artiesten die geen goede muziek meer maken, de disc-jockey’s die hun platen niet vaak genoeg draaien, het publiek dat te weinig platen koopt en de regering die geen belasting op cassettebandjes wil instellen.
De schuld bij zichzelf zoeken komt niet bij de heren op. Ook daarin verschillen ze niet van de rest van het koor van klagende ondernemers.
Een realistiese analyse:


De dalende winsten in de platenindustrie — die zichzelf ten onrechte graag als ‘de muziekwereld’ betitelt— zijn in de eerste plaats een gevolg van dalende omzetten:
er worden minder platen verkocht. Volgens de platenbazen zijn daarvoor verschillende oorzaken. Om te beginnen: de piraten. Het gebeurt af en toe dat er illegale persingen van platen op de markt komen. Een enkele maal zijn de piraten zelfs de officiële maatschappijen te vlug af en zijn de illegale platen al in de handel voor de officiële re1ease-datum.
In de tweede plaats: de enorme vlucht die volgens de platenbazen ‘home-taping’ heeft genomen. ‘Home-taping’ is het thuis overnemen van platen op (vooral) muziekcassettes.
Ten slotte claimen de platenmaatschappijen dat er een enorm gebrek aan aandacht voor hun producties is in de
media. De ‘eigengereidheid’ van de dj‘s bedreigt volgens hen niet alleen hun winsten, maar ook de hele Nederlandse muziekwereld.
Een enkele platenbaas, die net iets minder getikt is dan de rest, mompelt dan nog wat over ‘economische crisis’ en moeilijke tijden’, maar over het algemeen hebben we hiermee de grote boosdoeners wel gehad. Laten we ze ‘s nader bekijken:

PIRATEN

In Amerika is vaak het vermoeden uitgesproken (en in een enkel geval ook bevestigd) dat een flink deel van de zogenaamde illegale piratenpersingen in werkelijkheid gewoon uit de fabrieken van de grote maatschappijen zelf komen. Dat zou zeker lonend zijn. Over de op die wijze snel gemaakte zwarte winsten hoeven niet alleen geen royalty's aan de artiesten en auteursrecht-vergoedingen aan de componisten betaald te worden, maar ook geen belastingen.
Maar ook als we aannemen dat de nette Nederlandse platenmaatschappijen zich niet aan zulke praktijken schuldig maken, dan nog blijven hun klachten over de ‘piraterij’ aan de overdreven kant. Het illegaal overnemen en persen van platen is geen eenvoudige operatie. Voor piraten (waarvan er dus niet zo veel zijn) zijn alleen de top-LP’s interessant. Alleen op een verkoop van miljoenen is het mogelijk om zonder op te vallen en gepakt te worden een deel op te strijken door ‘valse platen’ op de markt te gooien. En op de miljoenen verkochte exemplaren is de piratenomzet maar een klein deel terwijl dus de meeste door de platenmaatschappijen uitgebrachte platen van piraterij verschoond blijven. Een werkelijk substantiële invloed van de piraten op de winsten van de platengiganten is dus uiterst onwaarschijnlijk.


vervolg  -- vervolg -- vervolg -- vervolg --vervolg--->


DE VICIEUZE CIRCEL VAN DE TOP-TIEN

Theoretisch worden de hitlijsten vastgesteld aan de hand van verkoopcijfers. Dat betekent dus dat platen die goed verkocht worden in de hitparade komen, waardoor ze vaker gedraaid worden op de radio, waardoor ze weer beter verkopen, waardoor ze stijgen in de hitlijst, waardoor ze nog meer gedraaid worden en dus nog weer beter verkopen: een soort platenverkopend perpetuum mobile dat er voor zorgt dat iedere in de hitlijsten voorkomende plaat in een zo kort mogelijke tijd zijn absolute maximale verkoop haalt. Tegen de tijd dat zo’n plaat begint te zakken in de hitlijsten is gegarandeerd de markt voor die plaat volledig verzadigd.

De toonaangevende hitparade (namelijk de lijst waarop de platenwinkeliers hun inkoop baseren) is in Nederland nog steeds VERONICA’S TOP 40. Het is een lijst die op tamelijk ondoorzichtige wijze wordt samengesteld volgens methodes waarbij er flinke ruimte voor manipulaties is (b.v. door opgeschroefde verkoopcijfers).
Om die mogelijkheden nog wat extra te vergroten presenteert Veronica ook nog een TIP-PARADE: zogenaamd de aanbevelingen van platen die door de dj’s op grond van hun kwaliteit gekozen worden, in werkelijkheid platen die via hun notering in de volgens willekeurige normen samengestelde tipparade, een extra grote dosis radio-play krijgen. Mocht af en toe een plaat desondanks niet aanslaan, dan wordt hij schielijk van de tipparade afgevoerd: het publiek moet wel blijven geloven in de goede smaak en de hitgevoeligheid van de dj’s, anders wordt het spel te doorzichtig. Dergelijke problemen zouden natuurlijk uit de
wereld zijn als VERONICA het alleenrecht op hitparades zou hebben en niet gehinderd zou worden door de (wel redelijk nauwkeurig de echte verkoopcijfers volgende) NATIONALE HITPARADE van de NOS. Vandaar dus de hevige nijd bij de platenmaatschappijen en Veronica over die Nationale Hitparade.

----> vervolg    

HOME-TAPING

Sinds de opkomst van de cassetterecorder wordt er inderdaad veel gekopieerd. Voor een groot deel gaat het daarbij echter wel om zgn. ‘tweede gebruik’, dat wil zeggen: platen opnemen om ze af te kunnen draaien in de auto, op het strand of in de walkman. Dat gaat dus nauwelijks ten koste van de platenverkoop. Natuurlijk is het mogelijk om een plaat te kopen en, die voor tien of twintig vrienden en kennissen op cassettes op te nemen, toch gebeurt dat minder dan de platenmaatschappijen suggereren: het vereist het bezit van zowel pick-up als cassetterecorder (terwijl veel mensen juist een recorder hebben gekocht IN PLAATS VAN een pick-up), het kost nogal wat tijd, cassettebandjes zijn nou ook weer niet zó goedkoop en heel wat muziekliefhebbers willen de bij een plaat meegeleverde tekstvellen, de hoes en verdere informatie liever niet missen.
Hoewel home-taping de platenmaatschappijen ongetwijfeld heel wat kost, is hun geklaag erover toch sterk overdreven.

MEDIA

De platenmaatschappij en hebben het merkwaardige idee dat radio en tv er vooral zijn om hun producten te promoten en bij voorkeur door eindeloze herhaling de consument tot kopen aan te zetten. Ze hebben zelf het systeem van hitparades in het leven geroepen, een systeem dat suggereert dat de ‘top-tien’ zou bestaan uit de beste muziek van het ogenblik maar dat in werkelijkheid slechts bedoeld is om een optimale controle over de platenconsumptie verkrijgen.
Kwaliteit (op welke subjectieve manier dan ook gemeten) heeft niets te maken met top-tien noteringen (zie verder kader).
Ondanks alle klachten van de platenwereld die zijn greep op de media lang niet groot genoeg acht, is het in de praktijk zo dat het aanbod van muziek op
de radio (en


 zeker op de muziekzenders) voor meer dan 90% bestaat uit de producten van de grote firma’s.Eigen producties en platen van kleine onafhankelijke labels zijn op de radio praktisch niet te beluisteren. De meeste d.j.‘s en omroepen verschuilen zich daarbij achter ‘kwaliteits- overwegingen’ , maar zelfs degenen die wel toegeven dat dergelijke platen vaak betere en in ieder geval interessantere muziek bevatten dan de stroom van muzak die de platenmaatschappijen over hen uitstorten draaien die onafhankelijk geproduceerde platen toch niet of nauwelijks; ze hebben daarvoor het volgende excuus: “Dergelijke p laten hebben meestal maar een zeer geringe distributie, ze zijn bijna nergens te koop, dus wat heeft het publiek er aan als wij ze draaien als het ze toch niet kan kopen” Ook in hun ogen blijft de radio dus een medium dat vooral dient tot het verkopen van platen en niet tot het ten gehore brengen van muziek.
Het valt dus nogal mee met die ‘eigenzinnigheid’ van de d.j.‘s en de omroepen. Dat weet feitelijk iedereen die wel eens programma’s als OP VOLLE TOEREN of COUNTDOWN bekijkt of naar de eindeloze herhaling van steeds dezelfde muziek op Hilversum III luistert.


EIGEN SCHULD

De rol die Home-taping, piraterij en disc-jockeys spelen bij de dalende platenomzet valt dus nogal mee, Wat zijn dan wel de oorzaken?
1.  Het fantasieloze, risicomijdende en aan kwaliteit voorbijgaande beleid van de platenmaatschappijen zelf, De eindeloze stroom van volstrekt waardeloze wezenloze producties maakt op den duur zelfs de minst kritische luisteraar zo niet misselijk, dan toch wel moe, Als er op de ene plaat na de andere niets, maar dan ook helemaal niets, bijzonders gebeurt, waarom zou je ze dan nog kopen.
Het is overigens hetzelfde soort kortzichtige en hebzuchtige beleid, waar de platenmaatschappijen de huidige problemen met home-taping voor een groot deel aan te danken hebben. De door henzelf geproduceerde officiële cassettes waren (en zijn nog vaak) niet alleen van een verschrikkelijk slechte kwaliteit (met zelfs de simpelste cassetterecorder kan je het thuis zelf beter doen) maar bovendien nog duurder ook dan de platen.
Daarbij wordt dan ook nog maar een deel van het platen-repertoire op cassette uitgebracht. Waren die cassettes vanaf het begin goed van kwaliteit en een paar gulden goedkoper dan platen geweest dan zou het home-tapen niet zo’n vlucht hebben genomen waardoor de platenmaatschappij en nu willen dat de muzieklief- hebber maar liefst zo’n gulden of vier ‘kopieerbelasting’ per gekochte blanco cassette moet gaan betalen!
2.  Wat geldt voor de prijzen van de cassettes geldt ook voor de prijzen van de platen. Terwijl de platenmaat- schappijen zelf de plaat kennelijk als een wegwerpartikel beschouwen (zoiets als boekjes uit de Bouqet-reeks), zijn de prijzen die ze ervoor vragen daar in het geheel niet op afgestemd. Des te erger is:
3.  De belazerde (technische) kwaliteit van de platen, Door besparingen op materiaal etc. is de grammofoon- plaat een veel kwetsbaarder en sneller slijtend product geworden dan nodig is: die plastic schijfjes van fl. 6,50 of fl. 21,-.  zijn na een paar keer draaien vaak al volledig naar de kloten, vaak zijn ze al niet best als je ze koopt, wat dan is te wijten aan slechte persingen, geknoei met matrijzen en mastertapes enzovoort.

PLATENPRIJZEN EN OPBRENGSTENVERDELING

Van de single die voor 6,50 in de winkel ligt komt ongeveer 3,50 (exbtw) bij de platenmaatschappij terecht. Daarvan gaat tussen de 20 en de 40 cent (al naar gelang het bedongen contract) naar de uitvoerende artiesten en via BUMA/STEMRA ongeveer 12 cent naar de componist en/of auteur. Ongeveer 6 cent gaat dan nog naar de uitgever van de bladmuziek die meestal een dochtermaatschappij is van de platengigant.

Tenslotte moeten we niet uit het oog verliezen dat (net als de meeste andere ondernemingen) de platenmaatschap- pijen de afgelopen twintig jaar gigantisch verdiend hebben. Van de sporadische grammofoon in de jaren vijftig tot de gigantische ‘overkill’ aan muziek van vandaag is hun weg geplaveid geweest met goud. Over die miljardenwinsten hoorde je de heren nooit klagen. Laten ze nu eerst maar eens uitleggen wat voor goeds ze met al die poen gedaan hebben voor ze kniezend en klagend proberen de artiesten, de auteurs en het publiek te laten betalen voor hun eigen fouten. •




Dubbele pagina van Gramschap 39, twee aansluitende tekeningen naast elkaar. Klik op de tekeningen om ze groter te zien
67
Tekening Eric Krabbenbosch



pag8
Pagina: Luc Willem


9
Pagina: Jan Bruens


10
Pagina: Jan Bruens




Kennis is macht. Dat leerden we in scholen
machteloos vastgekluisterd aan een bank
in plaats van langs het wijde strand te dolen
of sloten te bebruggen met een plank.

Kennis is macht. We moesten het wel geloven
zaten we niet gevangen in een klas?
Hoe konden ze zo onze vrijheid roven
als het niet door de macht van kennis was?

Ja, we begrepen dat als we snel leerden
de vrijheid wachtte die we zo begeerden
en ook de macht die we nu nog ontbeerden,
dus leerden we de les die men ons gaf.
En terwijl wij op onze dromen teerden
leerden de meesters ons het denken af.





Kennis is macht. Voor wie het kan gebruiken,
voor wie de macht heeft er iets mee te doen:
de visser heeft de kennis van de fuiken,
de schoenmaker de kennis van de schoen.

Kennis is macht. De tuinman kent de struiken
en de gevangene kent het rantsoen;
de vetsten onder ons kennen hun buiken
en de bankier kent zeker het miljoen.

Maar onze hoofden werden volgegoten
met kennis over dingen zonder nut:
we leerden de geschiedenis der groten,
we leerden van de spin het aantal poten,
we leerden zelfs de inhoud van een mud.
Maar niet de inhoud van het woordje blut,


titel

Kennis is macht. Stamp hoofden vol getallen
en nutteloze woorden in het Frans.
En mocht het soms een keertje moeilijk vallen
gedenk dan blij te zijn met jullie kans.

Kennis is macht. Wij mochten er aan ruiken,
we leerden hoe het in de keuken gaat.
Ze kunnen ons nu niet langer gebruiken
en vol met kennis staan we dus op straat.

We leerden spreken over hoge bomen,
we leerden zeker: stelen is verkeerd,
we leerden eindeloze vrome dromen,
en hoe de maag het voedsel snel verteert.
Maar hoe je aan dat voedsel wel moet komen
dat heeft geen enk’le leraar ons geleerd.





Kennis is macht. De machtigen zijn machtig
omdat ze zoveel slimmer zijn dan wij.
En in hun wijsheid leiden ze ons krachtig
wat niet betekent dat wij minder zijn dan zij.

Kennis is macht? ‘t is niet omdat ze rijk zijn,
gemeen of sluw, of wreed als vitriool,
hun macht heerst niet omdat we ongelijk zijn:
nee, zij bezochten slechts een bet’re school.

Zoals wij leerden dat er dag en nacht is
zo leerden zij ‘t verschil van arm en rijk
en hoe het toegaat in de maatschappij.
Want dit is wat de kern van hun kracht is
en dit is wat zij meer weten dan wij:
Kennis is macht. Als ‘t kennis van de macht is!


OVER DE BETOVERING VAN HET MOEILIJK BEGRIJPELIJKE


Het moeilijk begrijpbare oefent een zekere betovering uit. De hoofdarbeiders zijn er vaak zeer op gesteld, zoals de bergbeklimmers gesteld zijn op de moeilijk te bedwingen top die hun de mogelijkheid biedt hun kunst te tonen of te ontwikkelen.
In slecht functionerende samenlevingen schijnen de hoofdarbeiders welhaast het nuttigst wanneer ze absurde principes tot de beste uitroepen. Zelfs de onbeklimbare top is niet helemaal onbeklimbaar: tot zo en zo hoog kan men toch in ieder geval stijgen. Zo is het ook met de geheel onbegrijpelijke stellingen van menig filosoof: zo en zo veel daarvan is toch op de een of andere manier zinvol. De hoofdarbeider weet bovendien dat hij bij het denken met zo veel mogelijk rekening dient te houden: hij moet zogezegd van alles over een zo breed mogelijk front met zich meeslepen, hoewel het niet geheel duidelijk is en ook, door de omvang alleen al, in de war raakt - maar deze uitgebreide, onduidelijke ballast verleent zijn denken een zekere stabiliteit.
De kleine man die in het algemene denken verzeild raakt stelt van zijn kant niet zonder genoegen vast dat alles zó erg in de knoop zit dat je met denken niet al te veel opschiet. De wanorde die heerst in zijn hoofd is immers ook de wanorde die heerst in de wereld. Juist vanuit zijn standpunt is de wereld dikwijls het moeilijkst te ordenen. Hoe moeten dan zijn gedachten te ordenen zijn?



Bertolt Brecht.>

kop

Wie de mensen wil bedriegen moet één ding goed in de gaten houden: het is heel moeilijk iemand te bedriegen met iets waarvan hij denkt meer te weten dan de bedrieger. Het zal niet meevallen een slechte auto te verkopen aan een automonteur of een slechte koe aan een boer. Aan de andere kant zal het ‘n beetje oplichter wel lukken om een boer een slechte auto aan te smeren, of een automonteur een slechte koe.
Wil hij iemand toch oplichten op diens eigen terrein dan zijn er voor de bedrieger twee mogelijkheden:
óf hij zorgt ervoor dat de aandacht afgeleid wordt van het werkelijk ter zake doende (de auto, de koe) naar een terrein waarop hij wel overmacht heeft, óf hij pretendeert deskundiger dan het slachtoffer te zijn op diens eigen terrein.
Zo zal het verkopen van de uitgemolken koe aan de boer wellicht lukken als de bedrieger zich bijvoorbeeld een priesterboord aanmeet (of een domineesboord, al naar gelang de streek). Het terrein is dan verlegd van koeien naar eerlijkheid, en op het vlak van eerlijkheid is de geestelijke natuurlijk de sterkste.
Of de oplichter kan een deskundigheid over koeien voorwenden, met zo veel geleerde woorden en fraai klinkende zinnen dat de boer aan zichzelf gaat twijfelen en niet meer tegen durft spreken uit angst om met zijn eenvoudige praktijkkennis van de koe voor lul te staan.
Deze laatste methode kan je omschrijven als de het-is- niet- zo-eenvoudig-als-u-in-uw-simpelheid-denkt-dat- het-is-methode

Regeringsleider Lubbers en zijn makkers bedienen zich van beide methoden.
Hoewel zij zich bezighouden met een terrein dat ieders terrein is, namelijk de dagelijkse werkelijkheid, bedienen zij zich voortdurend van de zinnen: “...., ja, maar in wezen gaat het natuurlijk om iets anders...” en:“......ja, dat lijkt nu wel zo mooi, maar zo eenvoudig is het jammer genoeg niet....”.

Terwijl zij iedereen geld uit de zak kloppen en in een fors tempo sociale zekerheid afbreken, betogen ze dat ze niet bezig zijn af te breken maar juist bezig zijn de sociale zekerheid te behouden. Immers, ‘als we nu niet ingrijpen dan is er over een paar jaar in het geheel geen sociale zekerheid meer over’. Dat had u zich nooit gerealiseerd natuurlijk, maar dat de auto nu niet loopt betekent dat hij volgende week des te beter zal zijn. Als hij het nu zou doen dan zou u er namelijk in rijden en dan zou hij vanzelfsprekend volgende week in slechtere conditie zijn dan wanneer hij hier nu rustig blijft staan. En juist het feit dat de koe nu geen melk geeft toont aan dat ze straks des te meer melk zal geven; immers, gemiddeld geven koeien x liter per jaar, geeft de koe dus dit jaar geen melk dan zal ze volgend jaar twee maal zoveel geven: u doet een Investering voor de Toekomst.
En terwijl Lubbers vooral bezig is met de rijken rijker en de armen armer te maken, pretendeert hij dat zijn operaties zich op een heel ander terrein afspelen, namelijk het ongedaan maken van zogenaamde bevoorrechte posities. De regeringskeuze om te beginnen met het korten op ambtenaren en uitkeringstrekkers is van een Goebbeliaanse propagandawaarde. Het idee dat ambtenaren goed betaald worden voor makkelijke baantjes, en het idee dat uitkeringsontvangers profiteren van het werk van anderen, zijn van die vooral door de Telegraaf en de VVD gepropageerde vooroordelen, waarop het goed inspelen is. Dat onder ambtenaren de niet goed betalende rotbanen zoals stratenveger en vuilnisman een groter deel uitmaken dan de topverdieners in Den Haag

waar iedereen bij dat woord aan denkt, wordt vergeten. Dat uitkeringsontvangers niet zelf verantwoordelijk zijn voor hun uitzichtloze positie maar dat te danken hebben aan het beleid van de opeenvolgende regeringen en dat ze geen andere mogelijkheid hebben om in leven te blijven, dat doet niet terzake.
De opkomst van de fascistische Centrumpartij is voor de buitenlanders in Nederland zelfs nog een beetje een geluk bij een ongeluk: de claim die de centrumpartij op


het zgn. ‘vreemdelingenvraagstuk’ heeft gelegd maakt het voor de regeringspartijen wat pijnlijk om deze, propagandistisch ook al zo lekker liggende groep, ook nog tot zondebok te kiezen (waarbij we natuurlijk niet moeten vergeten dat de politici van rechts dat in voorafgaande jaren wel degelijk en met regelmaat geprobeerd hebben en dat zij daarmee zelf de aanzet hebben gegeven tot de vreemdelingenhaat waarvan nu de Centrumpartij profiteert).
En al die tijd schermt Lubbers vooral met één ding: hij weet meer dan wij. “Arme mensen, natuurlijk kunnen jullie niet alle ingewikkelde patronen van de economie doorgronden, maar ik, Sint Lubbers, succesvol miljonair, slim zakenman, belastingontwijker eerste klas, ben gelukkig ter plaatse om jullie te behoeden”.
Het werkt verbazingwekkend goed. En het zal nog beter gaan werken nu Lubbers zich in de rug gesteund weet door de heilige moederkerk die via de moord op bisschop Zwartkruis en de benoeming van drie nieuwe groot-inquisiteurs eindelijk de Nederlandse kerkprovincie weer stevig in haar greep heeft, net op tijd voor Lubbers, net op tijd voor de kruisraketten.

Maar natuurlijk zijn er altijd mensen die er niet intrappen, die de oplichter bij zijn jas grijpen en hem in zijn gezicht voor dief uitmaken.
Dat schijnt in het geheel niet gepast te zijn. Het wekt in ieder geval grote woede op bij commentatoren: in de loop van een paar dagen was dit voor de hand liggende optreden via ‘belagen’ uitgegroeid tot het ‘mishandelen’ van de minister-president. Die gaf overigens voor ‘er niet warm of koud’ van te worden, hoewel hij toch de indruk wekte in zijn broek te schijten van angst.

Het is in de USA ooit een gewoonte geweest oplichters in te smeren met pek en veren. Daarvan zou Lubbers misschien ook niet warm of koud worden.
Misschien is het toch beter voor de minister-president als hij zich realiseert dat het helemaal niet zo erg moeilijk is om hem koud te maken.



STAP


Onder de zon, die koud en vaag en grijs is,
vliegt klaag'lijk krijsend, hongerig een meeuw;
hij zoekt een plek waar water nog geen ijs is
en heeft geen oog voor sporen in de sneeuw.

Over het duin waait wind vol vreemde luchten
chemische geur verdwijnt boven de zee;
een duinkonijn te koud om nog te vluchten
staart star over het strand daar diep benee.

    De man sjokt voort, hij weet niet waar hij heengaat.
    De sporen die hij nalaat zijn niet diep.
    Hij loopt al lang, maar voelt zich nog niet moe.

    Hij kan al niet meer zien waar hij net liep.
    Het spijt hem niet dat hij tot slot alleen gaat.
    De rust valt over hem en dekt hem toe.

*


WADDEN


De wolken hangen grijs en zwaar boven de zee,
het grauwe licht doet onze ogen pijn.
Een vogel vliegt geduldig met ons mee;
hij denkt misschien wel dat we vissers zijn
en hoopt op gratis buit. De zee ziet er niet uit
alsof er veel te halen valt vandaag,
te grijs, te stil, te traag; het enige geluid
is het geritsel van de rieten kraag
tegen de duinen, waar plastic zakken enzovoort (ongestoord?)
als vlaggen wapperen in 't zuchtje wind
en, verder weg, de kreten van 't zorgeloze kind
dat speelt met een rood blik waarop in zwart het woord
VERGIF geschilderd staat. We lopen door;
het eiland is nog groot. We hebben niets gehoord.

*



GENERATIE  1


Wij weten veel, té veel om goed te leven;
dat wat voorbij is gaat nooit meer voorbij.
Ze hebben ons in duisternis gedreven;
we spoelden mee, als dood hout op het tij.

De zwarte wolken die uit de schoorsteen stegen
hebben de zon voorgoed verzwakt in kracht;
we proeven as in ied're druppel regen
't lijkt of de wind nog altijd honend lacht.

Er is niet veel dat wij nog kunnen geven
we lieten alles achter daar en toen;
toch voelen onze hoofden zwaar als lood.

Wij weten veel, té veel om goed te leven,
te veel om in te stemmen met de dood.
Te veel om er het zwijgen toe te doen.

*



GENERATIE 2


We groeiden op in een mismaakte wereld
van horizon tot horizon gekwetst.
Toch zongen er voor ons nog altijd merels
en werden er nog kalv'ren vetgemest.

Toch groeiden er nog lelies in de sloten
toch stonden er nog bomen langs de weg
toch hadden toen de kikkers nog vier poten
toch leefden we, en zelfs niet zo slecht.

We wisten dat de tijd niet meer zo lang was
toch vrijden we, al wilden we geen kind
toch pisten we uitdagend in de wind;

toch zongen we, al wisten we wat angst was
toch droomden we, toch hadden we soms spijt.
Zó erfden we de wereld;
                               zó raakten we hem kwijt.

*



Miljoenen mensen hebben dus weer gedemonstreerd tegen bewapening. De grootste demonstraties uit de geschiedenis, en dat terwijl iedereen eigenlijk wel wist dat het niets uithaalt. Nou hoeft dat geen reden te zijn om niet te demonstreren. Een demonstratie is vooraal een middel om te laten zien dat je er bent, je eigen bestaan te bewijzen aan machthebbers die besluiten nemen alsof ze niet weten dat je bestaat. En als Wibo v.d. L. vertelt dat zo’n demonstratie wel goed bedoeld is, maar dat men zich wel moet realiseren dat het geen enkel nut heeft, als er enorme bedragen gespendeerd worden aan tegenpropaganda, dan is dat een sterke aanwijzing dat er toch wel enig nut in zo'n demonstratie steekt.
Dat nut is dat er nu duidelijk bewezen is dat de grote demonstraties van ‘81 geen toevallige uitschieter waren, dat er wel degelijk en permanent miljoenen mensen bereid zijn om actie te voeren tegen kernraketten en voor iets vaags als vrede, dat (hoe vaag ook) altijd nog beter is dan oorlog. Dat bewijs is dus geleverd. Wat nu?
Wat zijn een paar miljoen mensen in de ogen van de machthebbers? Hinderlijk, dat zeker. Maar een echt obstakel? Nee. Niet zolang ze vreedzaam hun rondjes lopen.
Het enige wat die machthebbers werkelijk interesseert is hoeveel procent van die mensen bereid is verder te vechten als die raketten straks geplaatst worden. Want plaatsen zullen ze, of zullen ze in ieder geval proberen. Tenzij ze vermoeden dat een groot deel van die demonstranten ook bereid is plaatsing daadwerkelijk tegen te gaan, met alle middelen, evenzeer als de NAVO de plaatsing door wil laten gaan met alle middelen. Wie niet bereid is om straks op zijn of haar eigen manier daadwerkelijk actie te voeren of te ondersteunen, wie er niet achter staat als straks bouwwerkzaamheden gesaboteerd en vervoer onmogelijk gemaakt wordt, die heeft 29 oktober voor lul in Den Haag gelopen.
De vredesbeweging is in feite het enig overgebleven verzamelpunt voor links, voor diegenen die een andere maatschappelijke ordening nastreven. Daarom lopen die miljoenen mensen daar, ondanks de vele verschillen van mening, ondanks het geharrewar over leuzen, ondanks het misselijkmakende gekronkel van gevestigde politieke partijen die allemaal een graantje mee proberen te pikken.
Voor de (als organisatie nauwelijks bestaande) vredesbeweging is nu het uur van de waarheid aangebroken. Het middel van de massale demonstratie is uitgeput. De boodschap is overgebracht, maar de tegenstander heeft hem naast zich neergelegd (zoals van te voren al te verwachten was). Aan de formaliteiten is voldaan. De vredesbeweging zal nu eieren voor zijn geld moeten kiezen. Of ze deinst terug voor de macht en de verantwoordelijkheid en valt dan binnen de kortste keren uit elkaar in zwakke splinters die zich van elkaar acties distantiëren. Of ze keert zich werkelijk actief en effectief tegen de bestaande orde, zich realiserend dat die bestaande orde in feite de wanorde is van wapenfabrikanten en machtsfanaten, van winstjagers en krankzinnigen. Of dat geweldloos of gewelddadig gebeurt is een kwestie van strategie en tactiek en daar kan iedereen zijn eigen ideeën over hebben en uitvoeren. Maar op welke wijze dan ook: het verzet zal totaal en compromisloos moeten zijn.

Het wordt tijd de zaken ernstig te gaan nemen, genoeg gespeeld met spandoeken en verkleedpartijen. Er zal een keus gemaakt moeten worden. Ook door Mient Jan Faber en het IKV, ook door alle organisaties en personen die nu zo vredesgraag hun gezicht laten zien, ook door de politieke partijen.
We zullen gaan zien wie werkelijk wat waard is.
     OORLOG AAN DE OORLOG

17
Tekening: S. Witteman


achter

adv



Bijlage:

mm

mm2



w1

w2

w3

w4

w5





Home