Gramschap 20 verscheen 1 mei 1981. Bijlages waren een single van The Hick (Turkie,Turkie), een verkiezingsposter (43x58 cm) en een pamflet.

In de Gramschap zelf werd, in aansluiting op Gramschap 19, nog wat gevoelige informatie gepubliceerd uit het rampenplan van de Zeeuwse gemeente Hulst dat via slinkse wegen in bezit van Gramschap was gekomen. Verder veel aandacht voor de verkiezingen en de christen-sociaaldemocratische coalitie die er aan leek te komen.

Op sommige (maar niet alle) teksten en afbeeldingen op deze pagina kun je klikken om ze te vergroten.


omslag

 
titel

Of je nou gaat stemmen of niet, of je nou de ene partij stemt of de andere, het resultaat blijft hetzelfde: over een tijdje staan een aantal heren in nette pakken (en als de PvdA dit keer weer mee mag doen: ééntje in een trui of sportjasje) klaar om te gaan REGEREN. Welke heren het precies worden is nog niet te zeggen: de selectie bestaat uit ruim 40 spelers waarvan er natuurlijk maar 16 opgesteld kunnen worden in het uiteindelijke team. Veel verschil maakt het niet, dat weten we nou wel: de verschillen in beleid tussen de heren zijn ongeveer net zo groot als de verschillen in hun kostuums: de één is in het blauw, de ander in het grijs. Zeker is dat ze zullen volhouden dat hun regeren DEMOCRATISCH is. Een sprookje. Vroeger was er een koning die regeerde. Hij had natuurlijk geen zin om dat in z'n eentje te doen (eigenlijk had hij helemaal geen zin om wat dan ook te doen behalve zuipen, neuken, vreten en terechtstellingen bijwonen) en dus benoemde hij ministers. Eén van die ministers stelde voor dat de bevolking voortaan bij elke transactie 10% omzetbelasting aan de koning moest afstaan en kwam met het smoesje dat over een paar eeuwen men zonder morren zelfs 18% zou betalen, maar ook zonder mavo-opleiding begrepen de mensen al dat dat gelul was en ze schopten de koning en zijn ministers eruit. Dat is echter een ander verhaal en doet er nu niet veel toe want binnen de kortste keren was er alweer een andere koning. (Het is met koningen zoals met luizen: je hebt ze voor je het weet maar het is een heel gedoe om er weer van af te komen.). Deze nieuwe koning nu pakte de boel wat handiger aan: hij stelde een parlement in, wat inhield dat een aantal rijke burgers mee mocht praten over het regeren. Dit bleek uitstekend te werken: de belangen van de rijke burgers waren eigenlijk hetzelfde als die van de koning en zijn ministers en het idee dat ze mee mochten regeren had een kalmerende uitwerking op de pas sinds kort rijke en nog wat drieste burgerij. Toen men later, vooral onder invloed van schokkende gebeurtenissen in andere landen, er toe moest overgaan de macht van het parlement uit te breiden tot o.a. het ontslaan van ministers en uiteindelijk zelfs bevolkingsgroepen moest toelaten tot het kiesrecht (en dus tot het parlement) waarvan de belangen niet samenvielen met die van de rijken, bleek pas werkelijk hoe perfect het systeem functioneerde. Doordat het parlement de ministers kon wegsturen werd het gewoonte dat de koning ministers benoemde die op een zo groot mogelijke steun van de Kamer konden rekenen, dus: parlementsleden van grote partijen. Hierdoor werd het parlement een soort voorportaal van de regering.
De VOLKSVERTEGENWOORDIGERS beschouwden het niet langer als hun taak om de BEVOLKING tegen de REGERING te BESCHERMEN, maar om in de regering te komen. 

Samen met het partijenstelsel dat onder meer zorgt voor een scherpe voorselectie van de verkiesbare kandidaten betekent dit dat Iedere regering van het parlement een praktisch blanco machtiging krijgt om vier jaar haar gang te gaan. Regeringen worden dan ook niet, zoals het bijgeloof wil, door het parlement ten val gebracht, ze vallen alleen door conflicten van binnen uit (dus ruzie tussen de ministers of de partijen waartoe ze behoren). Het parlement speelt nog slechts een rituele rol; als de regering het voornemen heeft 8 kernraketten te plaatsen stelt ze het parlement voor er 10 te plaatsen; het parlement wil er hoogstens 6 en na wat geharrewar besluit de regering, rekening houdend met de wens van het parlement, tot de plaatsing van slechts 8 stuks. Iedereen blij, behalve degenen die straks geen plaatsje in de schuilkelders kunnen vinden. Omdat het parlement dus weinig meer met de mening van het volk te maken heeft, wordt steeds vaker het begrip 'publieke opinie' gehanteerd. De 'publieke opinie' verkrijgt men door een klein (maar volgens oncontroleerbare theorie‘n en berekeningen representatief) aantal mensen een groot aantal onzinnige vragen voor te leggen. Het eerste grote voordeel daarvan is dat men door de keuze van de vragen en in samenwerking met de moderne media in staat is om te dirigeren over welke onderwerpen 'het publiek' 'een opinie' heeft (en hoort te hebben, en mag hebben). Het tweede voordeel is dat men op deze manier de gedachtewisseling tegengaat. De mening wordt alleen maar gegeven, niet getoetst, en de informatie die aan de 'opinie' voorafgaat blijft buiten beschouwing; de enige maatstaf is (achteraf) 'het gemiddelde' ("is mijn mening wel of niet gelijk aan die van de gemiddelde Nederlander?"). Vooroordelen vermenigvuldigen zich als nooit tevoren. Het derde voordeel is dat door de formulering van de vragen en de interpretatie van de antwoorden de uitslag beïnvloed kan worden. "Bent u bereid tot loonmatiging terwille van de werkgelegenheid?" zal vaker beantwoord worden met ja, dan: "Wilt u poen inleveren om de bedrijven meer winst te laten maken?", maar komt bij de uiteindelijke interpretatie wel op het zelfde neer. Wat dat betreft is vaagheid en onwerkelijkheid van de vragen een eerste vereiste: hoe vager de vraag, hoe manipuleerbaarder de uitslag. Zo bezien zijn verkiezingen het ideale publieke opinie onderzoek: niemand weet wat de vraag is, maar het antwoord komt binnen in keurige cijfers en de uitleggers kunnen hun gang gaan. Met democratie heeft dat alles natuurlijk niets te maken. Het is niet de 'volksmening' die zich weerspiegelt in de verkiezingsuitslag, maar het hoogste propaganda-budget. Stemmen heeft dan ook op z'n best hetzelfde nut als demonstreren: het helpt niks maar je laat zien dat je er bent. Dat kan je trouwens ook op andere manieren doen.
 sabotage

rat

ramp1

raf

ramp2

avl
Beeld: André van der Linden

diskussie

wet
Pagina: Luc Willem

paddestoel1

paddestoelfoto

paddestoel3

zs
Tekening J. Raeman


coalitie
Tekening André van der Linden

dagvaarding





 

Turkie, Turkie (mp3)

Rijke (mp3)

hick

 

hickb

 


poster
Tekening Eric Krabbenbosch



pamflet


Home