MUZIEKINDUSTRIE 'n realistiese analyse
|
Net als de meeste andere ondernemers klagen ook de platenmaatschappijen steen en been. Van de Haagse Post tot de Privé kunnen we hun smartelijke verhalen lezen over dalende winsten en ‘de verarming van de muziekwere1d’. De schuldigen voor die dalende winsten wijzen de platenbazen eensgezind aan: dat zijn de artiesten die geen goede muziek meer maken, de disc-jockey’s die hun platen niet vaak genoeg draaien, het publiek dat te weinig platen koopt en de regering die geen belasting op cassettebandjes wil instellen. De schuld bij zichzelf zoeken komt niet bij de heren op. Ook daarin verschillen ze niet van de rest van het koor van klagende ondernemers. Een realistiese analyse: er worden minder platen verkocht. Volgens de platenbazen zijn daarvoor verschillende oorzaken. Om te beginnen: de piraten. Het gebeurt af en toe dat er illegale persingen van platen op de markt komen. Een enkele maal zijn de piraten zelfs de officiële maatschappijen te vlug af en zijn de illegale platen al in de handel voor de officiële re1ease-datum. In de tweede plaats: de enorme vlucht die volgens de platenbazen ‘home-taping’ heeft genomen. ‘Home-taping’ is het thuis overnemen van platen op (vooral) muziekcassettes. Ten slotte claimen de platenmaatschappijen dat er een enorm gebrek aan aandacht voor hun producties is in de |
media. De ‘eigengereidheid’ van de dj‘s bedreigt volgens hen niet alleen hun winsten, maar ook de hele Nederlandse muziekwereld. Een enkele platenbaas, die net iets minder getikt is dan de rest, mompelt dan nog wat over ‘economische crisis’ en moeilijke tijden’, maar over het algemeen hebben we hiermee de grote boosdoeners wel gehad. Laten we ze ‘s nader bekijken: PIRATEN In Amerika is vaak het vermoeden uitgesproken (en in een enkel geval ook bevestigd) dat een flink deel van de zogenaamde illegale piratenpersingen in werkelijkheid gewoon uit de fabrieken van de grote maatschappijen zelf komen. Dat zou zeker lonend zijn. Over de op die wijze snel gemaakte zwarte winsten hoeven niet alleen geen royalty's aan de artiesten en auteursrecht-vergoedingen aan de componisten betaald te worden, maar ook geen belastingen. Maar ook als we aannemen dat de nette Nederlandse platenmaatschappijen zich niet aan zulke praktijken schuldig maken, dan nog blijven hun klachten over de ‘piraterij’ aan de overdreven kant. Het illegaal overnemen en persen van platen is geen eenvoudige operatie. Voor piraten (waarvan er dus niet zo veel zijn) zijn alleen de top-LP’s interessant. Alleen op een verkoop van miljoenen is het mogelijk om zonder op te vallen en gepakt te worden een deel op te strijken door ‘valse platen’ op de markt te gooien. En op de miljoenen verkochte exemplaren is de piratenomzet maar een klein deel terwijl dus de meeste door de platenmaatschappijen uitgebrachte platen van piraterij verschoond blijven. Een werkelijk substantiële invloed van de piraten op de winsten van de platengiganten is dus uiterst onwaarschijnlijk. vervolg -- vervolg -- vervolg -- vervolg --vervolg---> |
DE VICIEUZE CIRCEL VAN DE TOP-TIEN Theoretisch worden de hitlijsten vastgesteld aan de hand van verkoopcijfers. Dat betekent dus dat platen die goed verkocht worden in de hitparade komen, waardoor ze vaker gedraaid worden op de radio, waardoor ze weer beter verkopen, waardoor ze stijgen in de hitlijst, waardoor ze nog meer gedraaid worden en dus nog weer beter verkopen: een soort platenverkopend perpetuum mobile dat er voor zorgt dat iedere in de hitlijsten voorkomende plaat in een zo kort mogelijke tijd zijn absolute maximale verkoop haalt. Tegen de tijd dat zo’n plaat begint te zakken in de hitlijsten is gegarandeerd de markt voor die plaat volledig verzadigd. De toonaangevende hitparade (namelijk de lijst waarop de platenwinkeliers hun inkoop baseren) is in Nederland nog steeds VERONICA’S TOP 40. Het is een lijst die op tamelijk ondoorzichtige wijze wordt samengesteld volgens methodes waarbij er flinke ruimte voor manipulaties is (b.v. door opgeschroefde verkoopcijfers). Om die mogelijkheden nog wat extra te vergroten presenteert Veronica ook nog een TIP-PARADE: zogenaamd de aanbevelingen van platen die door de dj’s op grond van hun kwaliteit gekozen worden, in werkelijkheid platen die via hun notering in de volgens willekeurige normen samengestelde tipparade, een extra grote dosis radio-play krijgen. Mocht af en toe een plaat desondanks niet aanslaan, dan wordt hij schielijk van de tipparade afgevoerd: het publiek moet wel blijven geloven in de goede smaak en de hitgevoeligheid van de dj’s, anders wordt het spel te doorzichtig. Dergelijke problemen zouden natuurlijk uit de wereld zijn als VERONICA het alleenrecht op hitparades zou hebben en niet gehinderd zou worden door de (wel redelijk nauwkeurig de echte verkoopcijfers volgende) NATIONALE HITPARADE van de NOS. Vandaar dus de hevige nijd bij de platenmaatschappijen en Veronica over die Nationale Hitparade. |
----> vervolg HOME-TAPING Sinds de opkomst van de cassetterecorder wordt er inderdaad veel gekopieerd. Voor een groot deel gaat het daarbij echter wel om zgn. ‘tweede gebruik’, dat wil zeggen: platen opnemen om ze af te kunnen draaien in de auto, op het strand of in de walkman. Dat gaat dus nauwelijks ten koste van de platenverkoop. Natuurlijk is het mogelijk om een plaat te kopen en, die voor tien of twintig vrienden en kennissen op cassettes op te nemen, toch gebeurt dat minder dan de platenmaatschappijen suggereren: het vereist het bezit van zowel pick-up als cassetterecorder (terwijl veel mensen juist een recorder hebben gekocht IN PLAATS VAN een pick-up), het kost nogal wat tijd, cassettebandjes zijn nou ook weer niet zó goedkoop en heel wat muziekliefhebbers willen de bij een plaat meegeleverde tekstvellen, de hoes en verdere informatie liever niet missen. Hoewel home-taping de platenmaatschappijen ongetwijfeld heel wat kost, is hun geklaag erover toch sterk overdreven. MEDIA De platenmaatschappij en hebben het merkwaardige idee dat radio en tv er vooral zijn om hun producten te promoten en bij voorkeur door eindeloze herhaling de consument tot kopen aan te zetten. Ze hebben zelf het systeem van hitparades in het leven geroepen, een systeem dat suggereert dat de ‘top-tien’ zou bestaan uit de beste muziek van het ogenblik maar dat in werkelijkheid slechts bedoeld is om een optimale controle over de platenconsumptie verkrijgen. Kwaliteit (op welke subjectieve manier dan ook gemeten) heeft niets te maken met top-tien noteringen (zie verder kader). Ondanks alle klachten van de platenwereld die zijn greep op de media lang niet groot genoeg acht, is het in de praktijk zo dat het aanbod van muziek op de radio (en |
zeker op
de muziekzenders) voor meer dan 90% bestaat uit de producten van de
grote firma’s.Eigen producties en platen van kleine onafhankelijke
labels zijn op de radio praktisch niet te beluisteren. De meeste d.j.‘s
en omroepen verschuilen zich daarbij achter ‘kwaliteits- overwegingen’ ,
maar zelfs degenen die wel toegeven dat dergelijke platen vaak betere
en in ieder geval interessantere muziek bevatten dan de stroom van
muzak die de platenmaatschappijen over hen uitstorten draaien die
onafhankelijk geproduceerde platen toch niet of nauwelijks; ze hebben
daarvoor het volgende excuus: “Dergelijke p laten hebben meestal maar
een zeer geringe distributie, ze zijn bijna nergens te koop, dus wat
heeft het publiek er aan als wij ze draaien als het ze toch niet kan
kopen” Ook in hun ogen blijft de radio dus een medium dat vooral dient
tot het verkopen van platen en niet tot het ten gehore brengen van
muziek. Het valt dus nogal mee met die ‘eigenzinnigheid’ van de d.j.‘s en de omroepen. Dat weet feitelijk iedereen die wel eens programma’s als OP VOLLE TOEREN of COUNTDOWN bekijkt of naar de eindeloze herhaling van steeds dezelfde muziek op Hilversum III luistert. EIGEN SCHULD De rol die Home-taping, piraterij en disc-jockeys spelen bij de dalende platenomzet valt dus nogal mee, Wat zijn dan wel de oorzaken? 1. Het fantasieloze, risicomijdende en aan kwaliteit voorbijgaande beleid van de platenmaatschappijen zelf, De eindeloze stroom van volstrekt waardeloze wezenloze producties maakt op den duur zelfs de minst kritische luisteraar zo niet misselijk, dan toch wel moe, Als er op de ene plaat na de andere niets, maar dan ook helemaal niets, bijzonders gebeurt, waarom zou je ze dan nog kopen. Het is overigens hetzelfde soort kortzichtige en hebzuchtige beleid, waar de platenmaatschappijen de huidige problemen met home-taping voor een groot deel aan te danken hebben. De door henzelf geproduceerde officiële cassettes waren (en zijn nog vaak) niet alleen van een verschrikkelijk slechte kwaliteit (met zelfs de simpelste cassetterecorder kan je het thuis zelf beter doen) maar bovendien nog duurder ook dan de platen. |
Daarbij wordt dan ook nog maar een deel van
het platen-repertoire op cassette uitgebracht. Waren die cassettes
vanaf het begin goed van kwaliteit en een paar gulden goedkoper dan
platen geweest dan zou het home-tapen niet zo’n vlucht hebben genomen
waardoor de platenmaatschappij en nu willen dat de muzieklief- hebber
maar liefst zo’n gulden of vier ‘kopieerbelasting’ per gekochte blanco
cassette moet gaan betalen! 2. Wat geldt voor de prijzen van de cassettes geldt ook voor de prijzen van de platen. Terwijl de platenmaat- schappijen zelf de plaat kennelijk als een wegwerpartikel beschouwen (zoiets als boekjes uit de Bouqet-reeks), zijn de prijzen die ze ervoor vragen daar in het geheel niet op afgestemd. Des te erger is: 3. De belazerde (technische)
kwaliteit van de platen, Door besparingen op materiaal etc. is de
grammofoon- plaat een veel kwetsbaarder en sneller slijtend product
geworden dan nodig is: die plastic schijfjes van fl. 6,50 of fl. 21,-.
zijn na een paar keer draaien vaak al volledig naar de kloten, vaak
zijn ze al niet best als je ze koopt, wat dan is te wijten aan slechte
persingen, geknoei met matrijzen en mastertapes enzovoort.
PLATENPRIJZEN EN OPBRENGSTENVERDELING Van de single die voor 6,50 in de winkel ligt komt ongeveer 3,50 (exbtw) bij de platenmaatschappij terecht. Daarvan gaat tussen de 20 en de 40 cent (al naar gelang het bedongen contract) naar de uitvoerende artiesten en via BUMA/STEMRA ongeveer 12 cent naar de componist en/of auteur. Ongeveer 6 cent gaat dan nog naar de uitgever van de bladmuziek die meestal een dochtermaatschappij is van de platengigant. Tenslotte moeten we niet uit het oog verliezen dat (net als de meeste andere ondernemingen) de platenmaatschap- pijen de afgelopen twintig jaar gigantisch verdiend hebben. Van de sporadische grammofoon in de jaren vijftig tot de gigantische ‘overkill’ aan muziek van vandaag is hun weg geplaveid geweest met goud. Over die miljardenwinsten hoorde je de heren nooit klagen. Laten ze nu eerst maar eens uitleggen wat voor goeds ze met al die poen gedaan hebben voor ze kniezend en klagend proberen de artiesten, de auteurs en het publiek te laten betalen voor hun eigen fouten. • |
Kennis is macht. Dat leerden we in scholen machteloos vastgekluisterd aan een bank in plaats van langs het wijde strand te dolen of sloten te bebruggen met een plank. Kennis is macht. We moesten het wel geloven zaten we niet gevangen in een klas? Hoe konden ze zo onze vrijheid roven als het niet door de macht van kennis was? Ja, we begrepen dat als we snel leerden de vrijheid wachtte die we zo begeerden en ook de macht die we nu nog ontbeerden, dus leerden we de les die men ons gaf. En terwijl wij op onze dromen teerden leerden de meesters ons het denken af. Kennis is macht. Voor wie het kan gebruiken, voor wie de macht heeft er iets mee te doen: de visser heeft de kennis van de fuiken, de schoenmaker de kennis van de schoen. Kennis is macht. De tuinman kent de struiken en de gevangene kent het rantsoen; de vetsten onder ons kennen hun buiken en de bankier kent zeker het miljoen. Maar onze hoofden werden volgegoten met kennis over dingen zonder nut: we leerden de geschiedenis der groten, we leerden van de spin het aantal poten, we leerden zelfs de inhoud van een mud. Maar niet de inhoud van het woordje blut, |
Kennis is macht. Stamp hoofden vol getallen en nutteloze woorden in het Frans. En mocht het soms een keertje moeilijk vallen gedenk dan blij te zijn met jullie kans. Kennis is macht. Wij mochten er aan ruiken, we leerden hoe het in de keuken gaat. Ze kunnen ons nu niet langer gebruiken en vol met kennis staan we dus op straat. We leerden spreken over hoge bomen, we leerden zeker: stelen is verkeerd, we leerden eindeloze vrome dromen, en hoe de maag het voedsel snel verteert. Maar hoe je aan dat voedsel wel moet komen dat heeft geen enk’le leraar ons geleerd. Kennis is macht. De machtigen zijn machtig omdat ze zoveel slimmer zijn dan wij. En in hun wijsheid leiden ze ons krachtig wat niet betekent dat wij minder zijn dan zij. Kennis is macht? ‘t is niet omdat ze rijk zijn, gemeen of sluw, of wreed als vitriool, hun macht heerst niet omdat we ongelijk zijn: nee, zij bezochten slechts een bet’re school. Zoals wij leerden dat er dag en nacht is zo leerden zij ‘t verschil van arm en rijk en hoe het toegaat in de maatschappij. Want dit is wat de kern van hun kracht is en dit is wat zij meer weten dan wij: Kennis is macht. Als ‘t kennis van de macht is! |
OVER DE BETOVERING VAN HET MOEILIJK BEGRIJPELIJKE
|
Wie de mensen wil bedriegen moet één ding goed in de gaten houden: het is heel moeilijk iemand te bedriegen met iets waarvan hij denkt meer te weten dan de bedrieger. Het zal niet meevallen een slechte auto te verkopen aan een automonteur of een slechte koe aan een boer. Aan de andere kant zal het ‘n beetje oplichter wel lukken om een boer een slechte auto aan te smeren, of een automonteur een slechte koe. Wil hij iemand toch oplichten op diens eigen terrein dan zijn er voor de bedrieger twee mogelijkheden: óf hij zorgt ervoor dat de aandacht afgeleid wordt van het werkelijk ter zake doende (de auto, de koe) naar een terrein waarop hij wel overmacht heeft, óf hij pretendeert deskundiger dan het slachtoffer te zijn op diens eigen terrein. Zo zal het verkopen van de uitgemolken koe aan de boer wellicht lukken als de bedrieger zich bijvoorbeeld een priesterboord aanmeet (of een domineesboord, al naar gelang de streek). Het terrein is dan verlegd van koeien naar eerlijkheid, en op het vlak van eerlijkheid is de geestelijke natuurlijk de sterkste. Of de oplichter kan een deskundigheid over koeien voorwenden, met zo veel geleerde woorden en fraai klinkende zinnen dat de boer aan zichzelf gaat twijfelen en niet meer tegen durft spreken uit angst om met zijn eenvoudige praktijkkennis van de koe voor lul te staan. Deze laatste methode kan je omschrijven als de het-is- niet- zo-eenvoudig-als-u-in-uw-simpelheid-denkt-dat- het-is-methode Regeringsleider Lubbers en zijn makkers bedienen zich van beide methoden. Hoewel zij zich bezighouden met een terrein dat ieders terrein is, namelijk de dagelijkse werkelijkheid, bedienen zij zich voortdurend van de zinnen: “...., ja, maar in wezen gaat het natuurlijk om iets anders...” en:“......ja, dat lijkt nu wel zo mooi, maar zo eenvoudig is het jammer genoeg niet....”. |
Terwijl zij iedereen geld uit de zak kloppen en in een fors tempo
sociale zekerheid afbreken, betogen ze dat ze niet bezig zijn af te
breken maar juist bezig zijn de sociale zekerheid te behouden. Immers,
‘als we nu niet ingrijpen dan is er over een paar jaar in het geheel
geen sociale zekerheid meer over’. Dat had u zich nooit gerealiseerd
natuurlijk, maar dat de auto nu niet loopt betekent dat hij volgende
week des te beter zal zijn. Als hij het nu zou doen dan zou u er
namelijk in rijden en dan zou hij vanzelfsprekend volgende week in
slechtere conditie zijn dan wanneer hij hier nu rustig blijft staan. En
juist het feit dat de koe nu geen melk geeft toont aan dat ze straks
des te meer melk zal geven; immers, gemiddeld geven koeien x liter per
jaar, geeft de koe dus dit jaar geen melk dan zal ze volgend jaar twee
maal zoveel geven: u doet een Investering voor de Toekomst. En terwijl Lubbers vooral bezig is met de rijken rijker en de armen armer te maken, pretendeert hij dat zijn operaties zich op een heel ander terrein afspelen, namelijk het ongedaan maken van zogenaamde bevoorrechte posities. De regeringskeuze om te beginnen met het korten op ambtenaren en uitkeringstrekkers is van een Goebbeliaanse propagandawaarde. Het idee dat ambtenaren goed betaald worden voor makkelijke baantjes, en het idee dat uitkeringsontvangers profiteren van het werk van anderen, zijn van die vooral door de Telegraaf en de VVD gepropageerde vooroordelen, waarop het goed inspelen is. Dat onder ambtenaren de niet goed betalende rotbanen zoals stratenveger en vuilnisman een groter deel uitmaken dan de topverdieners in Den Haag
waar iedereen bij dat woord aan denkt, wordt vergeten. Dat
uitkeringsontvangers niet zelf verantwoordelijk zijn voor hun
uitzichtloze positie maar dat te danken hebben aan het beleid van de opeenvolgende regeringen en dat ze
geen andere mogelijkheid hebben om in leven te blijven, dat doet niet
terzake. |
het zgn. ‘vreemdelingenvraagstuk’ heeft gelegd maakt het voor de
regeringspartijen wat pijnlijk om deze, propagandistisch ook al zo
lekker liggende groep, ook nog tot zondebok te kiezen (waarbij we
natuurlijk niet moeten vergeten dat de politici van rechts dat in
voorafgaande jaren wel degelijk en met regelmaat geprobeerd hebben en
dat zij daarmee zelf de aanzet hebben gegeven tot de vreemdelingenhaat
waarvan nu de Centrumpartij profiteert). En al die tijd schermt Lubbers vooral met één ding: hij weet meer dan wij. “Arme mensen, natuurlijk kunnen jullie niet alle ingewikkelde patronen van de economie doorgronden, maar ik, Sint Lubbers, succesvol miljonair, slim zakenman, belastingontwijker eerste klas, ben gelukkig ter plaatse om jullie te behoeden”. Het werkt verbazingwekkend goed. En het zal nog beter gaan werken nu Lubbers zich in de rug gesteund weet door de heilige moederkerk die via de moord op bisschop Zwartkruis en de benoeming van drie nieuwe groot-inquisiteurs eindelijk de Nederlandse kerkprovincie weer stevig in haar greep heeft, net op tijd voor Lubbers, net op tijd voor de kruisraketten. Maar natuurlijk zijn er altijd mensen die er niet intrappen, die de oplichter bij zijn jas grijpen en hem in zijn gezicht voor dief uitmaken. Dat schijnt in het geheel niet gepast te zijn. Het wekt in ieder geval grote woede op bij commentatoren: in de loop van een paar dagen was dit voor de hand liggende optreden via ‘belagen’ uitgegroeid tot het ‘mishandelen’ van de minister-president. Die gaf overigens voor ‘er niet warm of koud’ van te worden, hoewel hij toch de indruk wekte in zijn broek te schijten van angst. Het is in de USA ooit een gewoonte geweest oplichters in te smeren met pek en veren. Daarvan zou Lubbers misschien ook niet warm of koud worden. Misschien is het toch beter voor de minister-president als hij zich realiseert dat het helemaal niet zo erg moeilijk is om hem koud te maken. |
STAP Onder de zon, die koud en vaag en grijs is, vliegt klaag'lijk krijsend, hongerig een meeuw; hij zoekt een plek waar water nog geen ijs is en heeft geen oog voor sporen in de sneeuw. Over het duin waait wind vol vreemde luchten chemische geur verdwijnt boven de zee; een duinkonijn te koud om nog te vluchten staart star over het strand daar diep benee. De man sjokt voort, hij weet niet waar hij heengaat. De sporen die hij nalaat zijn niet diep. Hij loopt al lang, maar voelt zich nog niet moe. Hij kan al niet meer zien waar hij net liep. Het spijt hem niet dat hij tot slot alleen gaat. De rust valt over hem en dekt hem toe. * |
WADDEN De wolken hangen grijs en zwaar boven de zee, het grauwe licht doet onze ogen pijn. Een vogel vliegt geduldig met ons mee; hij denkt misschien wel dat we vissers zijn en hoopt op gratis buit. De zee ziet er niet uit alsof er veel te halen valt vandaag, te grijs, te stil, te traag; het enige geluid is het geritsel van de rieten kraag tegen de duinen, waar plastic zakken enzovoort (ongestoord?) als vlaggen wapperen in 't zuchtje wind en, verder weg, de kreten van 't zorgeloze kind dat speelt met een rood blik waarop in zwart het woord VERGIF geschilderd staat. We lopen door; het eiland is nog groot. We hebben niets gehoord. * |
GENERATIE 1 Wij weten veel, té veel om goed te leven; dat wat voorbij is gaat nooit meer voorbij. Ze hebben ons in duisternis gedreven; we spoelden mee, als dood hout op het tij. De zwarte wolken die uit de schoorsteen stegen hebben de zon voorgoed verzwakt in kracht; we proeven as in ied're druppel regen 't lijkt of de wind nog altijd honend lacht. Er is niet veel dat wij nog kunnen geven we lieten alles achter daar en toen; toch voelen onze hoofden zwaar als lood. Wij weten veel, té veel om goed te leven, te veel om in te stemmen met de dood. Te veel om er het zwijgen toe te doen. * |
GENERATIE 2 We groeiden op in een mismaakte wereld van horizon tot horizon gekwetst. Toch zongen er voor ons nog altijd merels en werden er nog kalv'ren vetgemest. Toch groeiden er nog lelies in de sloten toch stonden er nog bomen langs de weg toch hadden toen de kikkers nog vier poten toch leefden we, en zelfs niet zo slecht. We wisten dat de tijd niet meer zo lang was toch vrijden we, al wilden we geen kind toch pisten we uitdagend in de wind; toch zongen we, al wisten we wat angst was toch droomden we, toch hadden we soms spijt. Zó erfden we de wereld; zó raakten we hem kwijt. * |
Miljoenen
mensen hebben dus weer gedemonstreerd tegen bewapening. De grootste
demonstraties uit de geschiedenis, en dat terwijl iedereen eigenlijk
wel wist dat het niets uithaalt. Nou hoeft dat geen reden te zijn om
niet te demonstreren. Een demonstratie is vooraal een middel om te
laten zien dat je er bent, je eigen bestaan te bewijzen aan
machthebbers die besluiten nemen alsof ze niet weten dat je bestaat. En
als Wibo v.d. L. vertelt dat zo’n demonstratie wel goed bedoeld is,
maar dat men zich wel moet realiseren dat het geen enkel nut heeft, als
er enorme bedragen gespendeerd worden aan tegenpropaganda, dan is dat
een sterke aanwijzing dat er toch wel enig nut in zo'n demonstratie
steekt. Dat nut is dat er nu duidelijk bewezen is dat de grote demonstraties van ‘81 geen toevallige uitschieter waren, dat er wel degelijk en permanent miljoenen mensen bereid zijn om actie te voeren tegen kernraketten en voor iets vaags als vrede, dat (hoe vaag ook) altijd nog beter is dan oorlog. Dat bewijs is dus geleverd. Wat nu? Wat zijn een paar miljoen mensen in de ogen van de machthebbers? Hinderlijk, dat zeker. Maar een echt obstakel? Nee. Niet zolang ze vreedzaam hun rondjes lopen. Het enige wat die machthebbers werkelijk interesseert is hoeveel procent van die mensen bereid is verder te vechten als die raketten straks geplaatst worden. Want plaatsen zullen ze, of zullen ze in ieder geval proberen. Tenzij ze vermoeden dat een groot deel van die demonstranten ook bereid is plaatsing daadwerkelijk tegen te gaan, met alle middelen, evenzeer als de NAVO de plaatsing door wil laten gaan met alle middelen. Wie niet bereid is om straks op zijn of haar eigen manier daadwerkelijk actie te voeren of te ondersteunen, wie er niet achter staat als straks bouwwerkzaamheden gesaboteerd en vervoer onmogelijk gemaakt wordt, die heeft 29 oktober voor lul in Den Haag gelopen. |
De vredesbeweging is in feite het enig overgebleven verzamelpunt voor
links, voor diegenen die een andere maatschappelijke ordening
nastreven. Daarom lopen die miljoenen mensen daar, ondanks de vele
verschillen van mening, ondanks het geharrewar over leuzen, ondanks het
misselijkmakende gekronkel van gevestigde politieke partijen die
allemaal een graantje mee proberen te pikken. Voor de (als organisatie nauwelijks bestaande) vredesbeweging is nu het uur van de waarheid aangebroken. Het middel van de massale demonstratie is uitgeput. De boodschap is overgebracht, maar de tegenstander heeft hem naast zich neergelegd (zoals van te voren al te verwachten was). Aan de formaliteiten is voldaan. De vredesbeweging zal nu eieren voor zijn geld moeten kiezen. Of ze deinst terug voor de macht en de verantwoordelijkheid en valt dan binnen de kortste keren uit elkaar in zwakke splinters die zich van elkaar acties distantiëren. Of ze keert zich werkelijk actief en effectief tegen de bestaande orde, zich realiserend dat die bestaande orde in feite de wanorde is van wapenfabrikanten en machtsfanaten, van winstjagers en krankzinnigen. Of dat geweldloos of gewelddadig gebeurt is een kwestie van strategie en tactiek en daar kan iedereen zijn eigen ideeën over hebben en uitvoeren. Maar op welke wijze dan ook: het verzet zal totaal en compromisloos moeten zijn. Het wordt tijd de zaken ernstig te gaan nemen, genoeg gespeeld met spandoeken en verkleedpartijen. Er zal een keus gemaakt moeten worden. Ook door Mient Jan Faber en het IKV, ook door alle organisaties en personen die nu zo vredesgraag hun gezicht laten zien, ook door de politieke partijen. We zullen gaan zien wie werkelijk wat waard is. |
OORLOG AAN DE OORLOG | |