Terwille van de
leesbaarheid is de inhoud waar de lay-out dat toeliet niet als scan,
maar als tekst op deze pagina te vinden. De oorspronkelijke lay-out
is daarbij zo goed mogelijk gehandhaafd. Sommige pagina's en
afbeeldingen kun je gedetailleerd bekijken door er op te
klikken.
De vorige afleveringen van de GEMSTONE FILES (GRAMSCHAP 25 en 26) gingen over de verbindingen tussen Onassis, de maffia, de Kennedy’s en de Amerikaanse politiek, over de rol van de CIA en de overname door de Onassis-maffia van het Hughes-imperium d.m.v. de ontvoering en gevangenhouding van miljardair Howard Hughes. de GEMSTONE FILES
III |
|
5 juni 1968: LosAngeles. Voor de moord op Robert
werd een nieuwe methode gebruikt: de gehypnotiseerde Shiran Shiran
schoot met een 22. Iver Johnson pistool van voren op Kennedy die
een verkiezingsbijeenkomst verliet, terwijl ‘veiligheids-agent’
Thane Cesar (afkomstig van Lockheed Aircraft) van achteren Kennedy
door z’n hoofd schoot van niet meer dan 5-10 cm afstand. Hoewel
Shirans pistool maar acht kogels kon bevatten en er op de plaats
van de moord niet minder dan tien kogels werden teruggevonden
(drie op de grond, twee in Kennedy’s hoofd en vijf in de
lichamen van vijf andere mensen die bij de aanslag gewond raakten)
luidde de officiële versie toch dat Shiran de enige dader was. De
cover-up was dit keer beter geregeld dan in Dallas in 1963. Niet
alleen werd er eenvoudigweg geen verklaring gegeven voor de extra
kogels, ook werden door de justitie de medische rapporten
genegeerd die aantoonden dat Robert Kennedy van achteren en van
vlakbij was neergeschoten. Hoewel vier vooraanstaande deskundigen
verder verklaarden dat de kogels uit het hoofd van Kennedy niet
afkomstig konden zijn uit hetzelfde pistool waarmee Shiran
verscheidene omstanders geraakt had, weigerde de justitie zelfs om
een standaard procedure als het vergelijken van die kogels met
test-kogels uit de pistolen van Shiran en Cesar uit te voeren! Het
is duidelijk dat Kennedy de politieke en justitiële macht had
onderschat die de Onassis-maffia in de voorbije jaren had
opgebouwd. Evelle Younger, de officier van justitie van Los
Angeles, werd later beloond met een benoeming tot procureur
generaal van California; ook zijn zoon werd goed bedacht: op
dertigjarige leeftijd werd hij de jongste federale rechter in de
geschiedenis van de USA. Ted Charach, een filmer uit Los Angeles,
maakte een zeer onthullende documentaire over de moord: ‘The
Second Gun’ - De film werd via een stroman gekocht door de onder
maffia-beheer staande WARNER BROS en verdween spoorloos. juli 1969: Mary Jo Kopechne was een zeer trouwe medewerkster van eerst John en later Robert Kennedy. Na diens dood was ze onder meer belast met het opruimen van zijn dossiers. Ze las te veel, was zeer geschokt en zocht Teddy Kennedy op op Chappaquiddick-eiland om hem te vertellen wat ze ontdekt had. Ze raakte in paniek toen ze merkte dat Teddy het allemaal al wist en dat hij onmiddellijk contact opnam met Joe Alioto (zie GRAMSCHAP 26) en andere maffia-politici. |
Ze probeerde van het eiland af te komen en werd door Teddy Kennedy achtergelaten in een gezonken auto, waar ze na meer dan twee uur stikte, terwijl Teddy belde met Jackie, Onassis, Katherine Graham (dochter van maffioso Eugene Meyer en eigenaresse van de Washington Post), advocaten, enz. Hoewel Jackie zelfs belde met de paus, die vervolgens kardinaal Cushing opdracht gaf Teddy zoveel mogelijk te helpen, bleek al snel dat de maffia niet van plan was Teddy helemaal buiten schot te houden: een gelimiteerd schandaal ten nadele van zijn politieke macht en als waarschuwing voor mogelijke toekomstige ongehoorzaamheid leek Onassis een betere strategie. Zodra Teddy dat begreep schakelde hij de advocaat Burke Marshall in, een oude vriend van z ‘n vader, Joseph Kennedy, en van Onassis (zie GRAMSCHAP 25) en de beheerder van de voor 75 jaar verzegelde geheime gegevens over de moord op John F., (waaronder diens geconserveerde hersens). Met hulp van Marshall werd de Chappaquiddick-moord zoveel mogelijk in de doofpot gestopt. Daarbij werd o. a. medewerking verleend door politiecommandant Arenas, hoge employees van de telefoonmaatschappij en de priesters van kardinaal Cushing, die de ouders van Mary Jo Kopechne overhaalden om af te zien van een autopsie. 1970: Tegen het eind van dit jaar beschikte de
Onassis-organisatie over een complete, met behulp van computers
samengestelde, uiterst volledige biografie van Hughes waarin alle
bekende feiten over zijn leven waren opgenomen. Ook waren zijn
handschrift en zijn stempatroon grondig geanalyseerd en voortaan
zonder meer perfect na te maken. De echte Hughes werd nog slechts
in leven gehouden voor ‘noodgevallen’. Een afschrift van de
biografie werd aan een klein aantal topmensen van de
“Hughes-organisatie”, die het moesten doen voorkomen of ze
regelmatig met Hughes in contact stonden, verstrekt. De schrijver
Clifford Irving, die bezig was aan een boek over de
‘geheimzinnige’ Hughes, kwam in contact met de
‘Mormonen-maffia’ die zogenaamd in opdracht van Hughes diens
zakenimperium beheerde. Via één van de topmannen, Merryman, kwam
Irving in het bezit van een kopie van de Hughes-biografie en
Irving gebruikte de gegevens voor zijn boek. Toen er
voorpublicaties van het boek verschenen begreep Onassis
onmiddellijk dat de gegevens alleen van binnen de organisatie
konden komen. Hij vermoedde dat Robert Maheu, de zgn. rechterhand
van Hughes, de schuldige was en ontsloeg hem. De zogenaamde
“Hughes” (in werkelijkheid Wayne Rector, Hughes ‘double’
(zie GRAMSCHAP 25 en 26) vertrok met veel geheimzinnige tam-tam
plotseling van Las Vegas naar de Bahama’s. April 1971: Howard Hughes, sinds 1957 gevangengehouden en ‘behandeld’ door de Onassis-maffia en al jaren niet meer dan een ‘menselijke plant’, sterft. Wayne Rector blijft nog enige tijd voor “Hughes” spelen, o. a. om de door Irving veroorzaakte achterdocht te sussen en het Hughes-imperium te ontmantelen en leeg te halen. Tenslotte wordt hij een paar jaar later vermoord in de Inn of the Park. Mei 1971: Alles lijkt uit de hand te lopen. Er lekken steeds meer zaken uit, de eerste kopieen van de Gemstone Files circuleren o.a. in het Witte Huis en zelfs de moord op John Kennedy dreigt weer boven te komen door de |
onvoorzichtigheid van maffia-burgemeester van San Francisco Joe
Alioto. Om de schade te beperken worden er een aantal tegenacties
gepland. President Nixon geeft via Ehrlichman opdracht tot het
vormen van een ‘loodgietersgroep’ die de lekken moet dichten
en de vuile zaakjes moet opknappen. Van de groep maken o. a. deel
uit: Howard Wint, Gordon Liddy, Krogh, Young ,etc. Hunt was
tegelijkertijd Witte Huis medewerker en employee van de Mullen
Corp. De Mullen Corp. (directeur: Robert Bennet) was het eigendom
van de CIA, de voornaamste klant van de Mullen Corp was: de
“Howard Hughes”-organisatle. Liddy en Hunt gebruikten
regelmatig papieren en identiteitskaarten van de ‘Hughes Tool
Co.’. *zie ook: The Politics of Heroin in South-East Asia van Alfred W. McCoy. VOLGENDE MAAND; DE PENTAGON PAPERS, WATERGATE, DE ‘BEJAARDENHUIS-MAFFIA’, CHILI. Wie zich afvraagt of het werkelijk mogelijk is dat de maffia de USA in een oorlog betrekt, moet niet vergeten dat het bij dit soort maffia-operaties gaat om bedragen die hoger zijn dan de complete begroting van een gemiddelde staat. Alleen al bij één, in verhouding kleine, operatie zoals de overname in 1970 door het Hughes-concern van ‘Air West’ werden de aandeelhouders van die firma voor 45 miljoen dollar opgelicht. Voor een goed begrip van de maffia is het ook belangrijk het volgende in het oog te houden: De maffia is niet één groot misdaadsyndicaat met een centrale leiding, maar een samenklontering van ontelbare geldjagers die, in grotere en kleinere groepen, de wereldgeldstromen op zoveel mogelijk plaatsen aftappen. Dat strekt zich uit van straatprostitutie tot wapenaankopen door het Pentagon, kortom: overal waar maar genoeg te halen valt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van alle denkbare methodes, van oplichting tot oorlog. Regelmatig sluiten een aantal machtsgroepen (‘families’) zich aaneen, maar even regelmatig worden dergelijke overeenkomsten verbroken wanneer één van de partijen denkt de andere te kunnen uitschakelen. Er is bij dat alles maar één regel: geheimhouding. Dreigen ergens maffia-zaken naar buiten te komen dan wordt de onderlinge strijd tijdelijk opgeschort en worden alle maatregelen genomen om de schade zoveel mogelijk te beperken. Dat Onassis lange tijd onbetwist de leiding had van de grootste en machtigste ‘familie’ betekent dus niet dat hij bij voortduring orders gaf aan, of controle had over, alle andere ‘families’; het betekent alleen dat, totdat de Kennedy’s het probeerden, geen enkele andere ‘familie’ zich sterk genoeg voelde om het tegen hem op te nemen, en hij dus de meest lucratieve ‘operaties’ voor zichzelf kon reserveren. |
Klik
op de pagina om hem groter en dus beter leesbaar te maken
Klik
op de pagina om hem groter en dus beter leesbaar te maken
Klik
op de pagina om hem groter en dus beter leesbaar te maken
Klik
op de pagina om hem groter en dus beter leesbaar te maken
Klik
op de pagina om hem groter en dus beter leesbaar te maken
Klik
op de pagina om hem groter en dus beter leesbaar te maken
Klik
op de pagina om hem groter en dus beter leesbaar te maken