In februari 1982 verscheen Gramschap 28 met de bijlage Ierse Mist.

In dat nummer aandacht  voor de staats- en politieterreur zowel in Ierland als in Nederland en de rest van Europa. Tevens de laatste aflevering van de in nummer 25 begonnen serie De Gemstone Files. En in poezie en tekening een onthullende kijk op de zeer onfrisse  jeugdactiviteiten  van Minister van Dijk en staatssecretaris Leijenhorst, die in hun jeugd betrokken waren bij het christelijk blaadje Wapenveld waarin de apartheidspolitiek in ZuidAfrika werd verheerlijkt.

Terwille van de leesbaarheid is de inhoud waar de lay-out dat toeliet niet als scan, maar als tekst op deze pagina te vinden. De oorspronkelijke lay-out is daarbij zo goed mogelijk gehandhaafd. Sommige afbeeldingen kun je gedetailleerd bekijken door er op te klikken.


omslag

pagina2

De vorige drie afleveringen van de GEMSTONE FILES gingen over de strijd tussen de Onassis- en de Kennedyfamilie en over de maffia- en CIA verbindingen (GRAMSCHAP 25, 26, 27). Dit laatste deel beschrijft het einde van het Onassis-maffia-imperium. Daarnaast een voorbeeld van een kleine maar zeer typerende maffia-operatie: de bejaardenhuiszwendel.

SLOT                de GEMSTONE FILES

Juni 1971: Daniel Ellsberg laat via de New York Times de ‘geheime’ PENTAGON PAPERS uitlekken, de grotendeels vervalste, door Rand Corp.- directeur Mc Namara in elkaar gezette documenten die de werkelijke achtergronden van de oorlog in Vietnam moeten verhullen. Ellsberg was tot die tijd een bekende ‘havik’, hij werkte al lange tijd voor de Rand Corp. en was ondermeer de ontwerper voor het plaatsingsschema van Amerikaanse raketten in Europa. Mc Namara wordt later directeur van de ‘Wereldbank’, in welke functie hij enorme bedragen zal toespelen aan dictators als de Sjah van Iran en Haile Selassie van Ethiopië.
Het ‘uitlekken’ van vervalste documenten om de aandacht van de werkelijke oorzaken af te leiden blijkt zo goed te werken dat in September 1971 Howard Hunt opdracht krijgt een aantal telegrammen uit de jaren ‘60 te vervalsen om de indruk te wekken dat niet de CIA en de maffia, maar president Kennedy verantwoordelijk is geweest voor de moord op de Zuidvietnamese dictator Diem (zie GRAMSCHAP 26).
Minder succes heeft Rockefeller met zijn poging om de onvoorzichtig geworden maffia-burgemeester Alioto uit te schakelen via een aantal ‘onthullingen’ in Look Magazine. Alioto is niet van plan op te stappen en hij vecht terug. Look Magazine gaat over de kop en staakt z’n uitgave.






November 1971: Alioto wordt opnieuw tot burgemeester van San Francisco gekozen en het maffia-burgemeester-syndikaat Alioto, Beame (New York) en Daley  (Chicago) behoudt z’n macht.


1972: Onassis’ enige zoon Alexander komt om het leven bij een verdacht vliegtuigongeluk boven de luchthaven van Athene. Onassis, beroofd van zijn enige erfgenaam/opvolger, begint z’n belangstelling voor ‘zaken’ te verliezen. Het eind van het Onassis-imperium komt in zicht. De dood van Hughes berooft de ‘Hughes’-organisatie voor een groot deel van z’n waarde als dekmantel. Ook de CIA heeft zich te veel blootgegeven en ziet zich genoodzaakt het wat voorzichtiger aan te gaan doen, Nixon tenslotte begint volkomen dol te draaien en stapelt de ene fout op de andere.
Het verslappen van Onassis’ greep leidt tot een ongebreidelde machtsstrijd in de lagere regionen van de organisatie. Op alle niveaus volgen de machtswisselingen elkaar in steeds sneller tempo
op. Generaals en industriegiganten die tijdelijk buitenspel hadden gestaan ruiken hun kans. Iedereen probeert zijn positie te verbeteren.

1972—1974: In de chaos van het Watergate-schandaal komt heel wat informatie naar boven, maar nog veel meer verdwijnt onopgemerkt.
Al voor z’n dood begint Onassis’ imperium uiteen te vallen.
Omdat iedereen inziet dat er rust moet komen en dat Nixon wel eens te veel zou kunnen vertellen als hij nog verder in moeilijkheden komt, grijpt Onassis nog éénmaal in en mag Gerald Ford (die we nog kennen uit de coverup van de Kennedy-moord)(Gr.26) opdraven om een door maffia-advocaat Becker opgestelde gratieverlening aan Nixon te tekenen en voor een tijdje president te worden.


Kort voor zijn dood doet Onassis nog een vergeefse poging zijn rijk te redden door een erfgenaam te creëren: Hij beveelt zijn dochter Christine van haar man te scheiden en te trouwen met haar volle neef Philippe Niachros.
Maar het Onassis-tijdperk is voorbij. De opkomst van de Arabische olierijkdommen onderstreept dat nog. Terwijl de clown Carter zijn best doet de aandacht af te leiden vechten achter de schermen de verschillende ‘families’ om een deel van de Onassis-macht. Wie de winnaars zijn geworden is nog niet helemaal duidelijk, maar gezien de ‘gunmen’ die ze gehuurd hebben om hun belangen te behartigen (Haig en Reagan), moeten we het ergste vrezen.


DE BEJAARDENTHUISZWENDEL

Een goed voorbeeld van een kleine, maar daardoor min of meer overzichtelijke, en bovendien tamelijk typerende, maffia-zwendel is de Bejaardentehuis-zwendel in de staat New York.
Meer dan tien jaar lang werd de overheid (en dus de belasting betalende bevolking) voor miljarden guldens opgelicht door een syndicaat van bejaardentehuisexploitanten die gedekt werden door een groot aantal politici, waaronder gouverneur Rockefeller en burgemeester Beame. Ontelbare bejaarden werden het slachtoffer van deze praktijken:
Ze werden niet of nauwelijks verzorgd en bleven vaak verstoken van medische hulp, levend in gebouwen die levensgevaarlijk waren en beroofd van hun spaarcenten, terwijl het syndicaat enorme bedragen
aan bijstand ontving van de overheid.

Sleutelfiguur in deze ‘operatie’ was Bernard Bergman. ‘Rabbi’ Bergman was een gezien man in de jaren ‘60 : een weldoener voor de armen, één van de grootste geldverschaffers aan pro-Israëlische organisaties, geslaagd zakenman en iemand met hoge politieke vrienden. (Hij droeg flinke sommen bij aan o.a. de verkiezingskas van zowel Nixon als Rockefeller.) Dit alles ondanks (of juist dankzij ?) zijn wat twijfelachtige achtergrond. In 1911 geboren in Hongarije, had hij in de loop van zijn leven gewoond in New York, Tsjechoslowakije, weer Hongarije, Palestina, Frankrijk en tenslotte weer New York (met dit keer een extra huis in Israël). Hij gebruikte zowel de naam van zijn echte vader (Bergman) als die van zijn stiefvader: Leifer. Die stiefvader werd in 1939 in Frankrijk samen met Bernards moeder gearresteerd wegens een poging 17 pond heroïne naar de States te smokkelen verborgen in religieuze boeken.
Wat Bergman zelf al die tijd deed blijft een geheim, maar in de jaren vijftig gaat hij in zaken in New York. Met behulp van forse hypotheken, verstrekt door verschillende grote banken koopt hij een aantal oude panden. Het valt niemand op dat er iets vreemds is aan het feit dat Bergman, die zelf officieel geen cent bezat, zo makkelijk krediet van de banken krijgt.
Hij staat al snel bekend als een vrijgevig en sociaal bewogen man en het verbaast dan ook niemand als hij zich gaat bezighouden met de bejaardenzorg en een aantal van zijn panden laat verbouwen tot bejaardentehuizen. Toevallig is dat kort nadat er een, voor de USA nogal ongebruikelijke nieuwe wet in werking is getreden: de Medicaid Wet, die o.m. tot doel had om voor alle bejaarden die dat niet zelf konden bekostigen toch verzorging in een bejaardentehuis mogelijk te maken: de staat betaalde via de bijstand gedeeltelijk of geheel de verpleegprijs.


Al snel is Bergman eigenaar van het grootste aantal bejaardentehuizen in New York. Later breidt hij zijn werkterrein uit naar de staten New Jersey en Connecticut. Samen met Hollander en Sigety (ook al zakenlieden) vormt hij het bejaardentehuizensyndicaat.
In het kader van Medicaid betaalt de staat New York aan de tehuizen gemiddeld 15 - 20.000 $ per jaar per bejaarde! Later bleek dat het overgrote deel van dit geld nooit aan de bejaarden besteed werd: het verdween in andere zakken. In sommige gevallen werd niet meer dan 32 dollarcent (!) per dag per bejaarde uitgegeven aan voedsel.
Al in 1960 stuurt rechter Louis Kaplan een zeer negatief rapport aan het bestuur van New York over de wantoestanden en de fraudes in de tehuizen van Bergman, Sigety en Hollander. In plaats van tot vervolging over te gaan geven de autoriteiten, na besprekingen met het syndicaat, de tehuizen toestemming hun prijzen voor Medicaid-patiënten te verhogen.
In 1962 stuurt rechter Kaplan een tweede rapport met de conclusie dat er niets veranderd is behalve dat de prijzen van de tehuizen met 45% verhoogd zijn. De overheid reageert niet.
Een ambtenares van de Sociale Dienst, Amalia Crago, had soortgelijke ervaringen: zij bracht een negatief verslag uit over één van Bergmans tehuizen, het Towers bejaardentehuis, en over de Bergman-organisatie in z’n geheel. Ze kreeg te verstaan dat ze die zaak beter kon vergeten.

 In 1971 getuigde de stafarts van het Kings-County ziekenhuis dat in het ziekenhuis regelmatig bejaarden uit Bergmans en Sigety’s tehuizen werden opgenomen die vochtgebrek en maagzweren hadden, medisch volkomen verwaarloosd waren, zware infecties hadden etc. Ook bleek uit verschillende rapporten dat in de tehuizen noodvoorzieningen ontbraken en kakkerlakken welig tierden. Er werd officieel niet op gereageerd.
Pas in 1974, toen bij een routinecontrole bleek dat Bijstandcheques die doorgestuurd waren naar de tehuizen daar gewoon als ‘winst’ op bankrekeningen gestort waren, evenals trouwens geld van overleden patiënten, kwam er een onderzoek op gang. Toen bleek dat Medicaid betaalde voor niet-bestaande verpleegsters en dat verliezen die aan de belasting waren opgegeven in werkelijkheid winsten waren van soms wel 40%.
Toch duurt het nog geruime tijd eer de vele klachten resultaat hebben. Maar zelfs de bescherming van de machtige Rockefeller-’familie’ kan Bergman niet meer redden. De officier van justitie ontdekt in één jaar meer dan 50 miljoen dollar aan fraude.
In het totaal blijken er maar enkele huizen ook op Bergmans naam te staan, de rest staat op naam van zijn vrouw, zijn halfzuster, zijn zoon, zijn stiefvader ( de religieuze heroïnesmokkelaar) en vele zwagers, vrienden en andere stromannen.


Het onderzoek wordt tot het eind op alle mogelijke manieren tegengewerkt, maar brengt o. a. ook aan het licht hoe Hollander te werk ging: die stichtte een school, Touro College, waaraan hij jaarlijks een bedrag van $ 150.000 schonk. Daarna verkocht hij aan die school een aantal bejaardentehuizen, die hij vervolgens weer op jaarbasis van de school huurde. Zo verkocht hij aan Touro College vier tehuizen voor bijna 30 miljoen dollar en betaalde dan ongeveer 1 miljoen dollar per jaar aan huur. Omdat de school vanzelfsprekend geen 30 miljoen bezat ‘leende’ Hollander ruim 20 miljoen aan de school. De rente over die 'lening' werd als bedrijfskosten betaald door Medicaid. In het schoolbestuur zaten een keur van bekende politici: Burgemeester Beame, staatscontroleur Levitt, officier van justitie Lefkowitz en congreslid Celler. Uiteindelijk leidt het onderzoek toch tot een rechtzaak: Hollander krijgt vier maanden (!) en 10. 000 dollar boete, Bergman 4 maanden. In zijn val (waarbij hij weinig pijn leed: hij zit zijn straf uit in de meest comfortabele rijkeluisgevangenis van de USA waar ook de Watergate-veroordeelden zitten) sleept Bergman een hele sliert politici mee die steekpenningen in alle mogelijke vormen te bleken hebben aangenomen. Dat ook een stinkend rijke politicus als Rockefeller betrokken was bij deze zwendel is typerend voor het net van betrekkingen en verplichtingen dat maffia heet.





POLEN?
Eindelijk is Europa één aan het worden! Onder de weldadige invloed van de grote internationale banken wordt er voorbeeldig samengewerkt. Het in Turkije gebruikte scenario voor het herstellen van de ‘arbeidsrust’ (een eerste belang voor investeerders) wordt vrijgevig aan de Sovjets ter beschikking gesteld om in Polen te gebruiken. De Poolse militairen zijn zo enthousiast over de Westerse technieken dat ze ook al van der Louw’s plan voor een arbeidsdienst overgenomen hebben en van Gdansk tot Belfast,van Ankara tot Amsterdam hebben de autoriteiten ontdekt welke voordelen een als ‘speciale’ politie vermomde legermacht voor binnenlands gebruik heeft boven een dienstplichtleger.
Maar verschillen moeten er zijn: terwijl de in Turkije terdoodveroordeelde vakbondsleiders nauwelijks een paar minuten journaal-nieuws zijn, zijn de Poolse vakbondsleiders in interneringskampen de he1den van de media. Als Wim Kok dezelfde eisen zou stellen als Walesa zou hij trouwens ook snel in een interneringskamp zitten. Maar dat zijn zaken waarover gezwegen moet worden, vandaar dat geen enkele krant belangstelling toonde voor de door Onkruit aangeboden PMC papers die aantonen dat de plannen voor een militair bewind in Nederland al klaar 1iggen. Wie te veel verbanden ziet ontbreekt het aan 'politiek inzicht'.



Of aan 'politiek fatsoen'. Zoals de mensen die burgemeester Polak uitjoelden op een bijeenkomst over Polen. Schande Begrijpen die jongelui dan niet dat het beleid in Amsterdam en de toestand in Polen niets met elkaar te maken hebben? Nee, dat begrijpen ze niet. Ze begrijpen ook niet hoe iemand die zelf verantwoordelijk is voor het tegen de burgerbevolking optreden met tanks, geweren en enorme troepenmacht het lef heeft om over 'vrijheid' en 'onderdrukking' te gaan staan spreken als de bestuurders in Polen precies hetzelfde doen. Of waarom het wel van politiek fatsoen getuigt om een stel mensen dat door en door verziekt is met racistische denkbeelden staatssecretaris van minderheidsbeleid en minister van ontwikkelingshulp te maken. (En de gevolgen dienen zich al aan: de kranten zijn vergeven van berichten afkomstig van welingelichte kringen in Pretoria etc. De vrienden van van Dijk laten er geen gras over groeien). Of waarom de gemeente Amsterdam een stel slopers's morgens om 7 uur er op uit kan sturen om de huizen van een aantal mensen kort en klein te slaan, maar het 'niet te pas komt' als die mensen vervolgens hetzelfde bij een aantal gemeente-eigendommen doen.
Ook schijnt het niet in strijd met het 'politiek fatsoen' te zijn als een burgemeester en een politiecommandant de ene leugen op de andere stapelen zoals in Dodewaard.

Geen journalist die daarover valt. Die hebben het te druk met het onder ede getuigen voor de justitie over de identiteit van verdachte 'rellenschoppers' en ‘stenengooiers'
Ook het feit dat de oliemaatschappijen het afgelopen jaar 10% meer winst maakten dan het voorafgaande is geen voorpaginanieuws evenmin als het feit dat de olievoorraden groter zijn dan ooit tevoren.. Dat dan in tegenstelling tot de 'olieschaarste' van een aantal jaren geleden die de directe aanleiding vormde voor de zogenaamde economische crisis die we nu beleven en die vol vuur te lijf gegaan wordt door regeergeile sociaal-democraten ten koste van alle 'zwakken in de samenleving' waar die heren altijd de mond over vol hebben.Het enige wat ze werkelijk interesseert aan die 'zwakken' is dat ze zwak blijven! Stel je voor dat ze plotseling 's sterk werden. Stel je voor een bijstandstrekker in de commissie die onze economie moet redden in plaats van directeuren van oliemaatschappijen en banken. Voor je het weet wordt er gesneden in topsalarissen in plaats van in bijstandsuitkeringen en ziektegeld. Zo raken alle normen zoek. Waar moet dat heen als zelfs de geheimen van de directiekamers niet meer veilig zijn voor geflipte flap-uits en ook de ‘socialisten’ de arbeidsrust niet meer kunnen garanderen? Het lijkt hier Polen wel.


CHRISTELIJKE JONGEMANNENCLUB
(of: de basis voor ‘n politieke carrière in Nederland)


Opgegroeid in hele andere tijden,
Toen wit nog wit was en zwart nog zwart.
Ze luisterden naar wat van Tol en Blokzeil zeiden
En koesterden die woorden in hun hart:

Negers zijn dom, en joden zijn geslepen,
Zigeuners lui en communisten eng.
Ach ja, verbranden was wat overdreven
Zolang als iedereen zijn plaats maar kent.

De jaren vijftig, dat waren mooie dagen:
De joden dood, zigeuners uitgeroeid,
Op communisten was het prettig jagen,
Jammer alleen dat steeds het aantal zwarten groeit.

De universiteit, daar vond je toen slechts heren.
Economie studeren, en in de vrije tijd
Gewapend te veld om mensen te bekeren
Tot geloof in blanke superioriteit.

Goed opgeleid, gereed voor grote zaken
De wijde wereld van de AMRO in.
Zuid-Afrika, waar arbeiders niet staken,
Daar moet je zijn; want lage lonen dat is hoge winst.

Denkbeelden draag je naar gelang de mode,
Want geld is geld, dat is niet zwart of wit.
Zaken zijn zaken, dat is de oudste code,
Geld moet je halen daar waar het zit.

Ontwikkeling, dat is nu gave handel:
‘t Lijkt of je uitdeelt, maar toch word je rijk.
Winstgevend evangelisch, net als de slavenhandel,
De juiste plaats dus voor Leijenhorst en voor van Dijk.

De ene controleert nu minderheden,
Hij is deskundige op ‘t gebied der zwarte ziel.
De ander heeft, zo blijkt uit z’n verleden,
Altijd gezegd dat Afrika hem goed beviel.

Fascisme is dit tweetal jeugdig ingegoten
En toen bedekt met christelijk fondant
Zodat het niet kon slijten.
                              Ze strijden onverdroten
Nog steeds voor banken
                              en voor het blanke Volk en Vaderland.


NA


polprom1
Tekening Eric Krabbenbosch

dijk2
Tekening Eric Krabbenbosch

dijk3
Tekening Eric Krabbenbosch

achterkant


Home