Gramschap 14 verscheen 1 november 1980. Bijlagen waren het boekje NARCOPROP met verhalen over drugs (die eerder waren verschenen in het tijdschrift Narcoprop, een uitgave van de Aardenburgse Morphine Fabriek uit 1978), een poster en een zakje gedroogde kaalkoppaddestoelen. Vanwege dit zakje oer-hollandse paddestoeltjes o.a. geplukt op het grasveld voor het Stadhuis van Aardenburg, werd de oplage in beslag genomen door justitie.
Bij
Gramschap 25 zou een tweede Narcoprop boekje verschijnen.
M. ik ben op de pep weet je heel onschuldig ik dacht dat jij op de smek was maar je gebruikt niets vreemd is dat oh je rookt nou ja dat is tenminste iets ach joh geef me nog een pils gevangenisliedje kijk ‘s wat ik gevonden heb: 15 dromen in m’n hoed 12 denksels in m’n schoenen genoeg voor deze dagen 18 geuren in m’n handen 13 geluiden in m’n haar genoeg voor deze dagen 17 lachjes in m’n tanden 14 tranen in m' n baard genoeg voor deze dagen 16 prinsessen in m’n bed 19 nico’s in m'n cel meer dan genoeg voor deze dagen * | reizen 1 in de maanverlichte straten heerst de rust van de mensen die weten hoe ze bewegen ik zeg: deel m'n melk, vriend vuilnisbakken vol
potloodschraapsel kijk, de maan, van wolk tot wolk loopt-ie mee ik zeg: neem een kussen om op te zitten de handen gevouwen in het gebed van het weten de
zekerheid van het zijn ik zeg: ik zal het
raam openen tegen het stof in de dakkamer
speelt
de jongen fluit als de zon ondergaat en het gerinkel van de afwas bij de buren begint ik zeg: mag ik naast je hurken in het zand de kerktorens steken wit af tegen de onweerslucht een vrouw in een ander huis merkt niets en zingt van: ik ben zo eenzaam zonder jou ik zeg: gebruik de mijne als de jouwe op zijn de benen gekruist in de meditatie van het verzinken roerloos tussen geboorte en dood ik zeg: ik zal je een overkleed halen de plotselinge regenbui verrast het stof boven de weg en ook het gras dat zich toch reikhalsend had uitgestrekt maar de mannen onder de boom blijven droog ik zeg: vertel me je verhalen als je wilt de nacht een dag en de dag een nacht geworden maar de mensen zijn gebleven en veranderen slechts van houding ik zeg: hier is het mijne de ogen gesloten in het dromen van de werkelijkheid het zien van al het zichtbare ik zeg: ik zal met jouw ogen zien * |
reizen 2 voor myrna je gaat binnen in de bloen waaraan je ruikt en kijk, je betreedt een tijdloze hal met wanden van ragfijne geur in overvloeiende veeltonige geluiden geschilderd die terugwijken zo ver als alles lang is je hoeft nergens meer heen te gaan waarom sta je daar zo eenzaam is de grond niet om op te zitten als het avond wordt is er weinig tijd meer om de dingen af te handelen is dat de reden dat je je plotseling gejaagd beweegt? leg je last toch neer blijf hier even in het donker is niet iedere weg even eenvoudig te
gaan en soms is het
tijd om te rustenals niets een maat heeft als het gras je het zand is als kou en warmte je even lief zijn in die tijd wil ik je ontmoeten * | reizen 3 onder mijn voeten klotst de zee springt het gras omhoog stoot het beton wie zal het zeggen? de weg is dat wat laat vertrekken en komen en dat wat niet is wie denkt dat hij de weg vond zal blijven lopen, strompelen tot het eind van zijn dagen de wolken zijn om op te zitten aardkluiten of platte stenen en ook de billen zo verblijf ik in de wereld van dag tot dag zo kies ik uit alle wegen de meest vanzelfsprekende adem ik de beijzelde lucht luister ik hoe ajax verliest vorm ik de stilte die me vormt zo kies ik uit alle dingen het meest dingzijnde plaats ik het op een plaats rol ik de tabak in een vloeitje verander ik zonder iets te veranderen * er valt over niets iets te zeggen dacht hij en hij zweeg dagen achtereen maar toen een bij hem stak riep hij luidkeels AU * |
Tekening:
J. Raeman
Tekening:
Luc Willem
Tekening:
Eric Krabbenbosch
Bijlage:
Terug naar
boven
Terug naar
boven
Gramschap 14