Protestsongs
Columns uit PLATENBLAD
4
Construção
Nico van Apeldoorn
Nu Brazilië in handen is gekomen van een rechtse president die homo's, vrouwen en zwarten haat, kan ik niet anders dan schrijven over de dappere Braziliaanse muzikanten die zich 50 jaar geleden tegen de militaire dictatuur keerden en die zich nu in een manifest tegen Bolsonaro hebben gekeerd: artiesten als Gilberto Gil, Caetano Veloso en Chico Buarque.
Al maanden vóór de via nepnieuws en intimidatie gemanipuleerde verkiezingen van afgelopen oktober spraken ze zich uit en ze zijn sindsdien blijven waarschuwen tegen de zwarte tijden die hun land te wachten staan onder deze ex-militair, die martelen en doodschieten van tegenstanders normaal vindt. Het wordt ze door de gewelddadige stoottroepen van Bolsonaro niet in dank afgenomen.
Kenmerkend voor de dreigingen en haat die hen ten deel vallen zijn de reacties op een filmpje dat op internet rondzingt waarin Caetano Veloso bij een concert van het podium valt als hij naar het publiek loopt en de rand van het podium over het hoofd ziet. Ik ken dat. Hetzelfde is mij ook een keer gebeurd in Paradiso, die lichten in je ogen en de donkere zaal maken dat je je soms vergist.
Het filmpje is uit 2009 maar de fake-versie die nu op internet circuleert pretendeert dat het recent is en dat Veloso van schrik valt omdat zijn publiek de naam van Bolsonaro begint te scanderen. Dat geroep is nep, later ingemonteerd. Kinderachtige misleiding, maar 500.000 keer bekeken en gevolgd door 15.000 reacties vol van doodsbedreigingen en haat tegen ‘die homo die zijn verdiende loon zal krijgen’.
Veloso heeft nooit een blad voor de mond genomen, niet bij politieke kwesties en niet als het ging om de rechten van de LHBT. En dat doet hij ook nu niet. Ironisch genoeg botste hij in de jaren 60 niet alleen met de rechtse militaire dictatuur maar ook met zich links noemende studenten die vonden dat hij te extravagant was en zijn muziek 'vervuilde met imperialistische invloeden'. Hij was namelijk de drijvende kracht achter de Braziliaanse muzikale revolutie van die tijd, waarbij hij samen met artiesten als Gilberto Gil, Gal Costa, Milton Nascimento en Chico Buarque een totaal nieuwe soort muziek (Tropicalia) schiep.
Die nieuwe Braziliaanse muziek hoorde ik voor het eerst in Portugal in de jaren 70. Ik was meteen verkocht. Het leek op niets anders en het leek tegelijk op alles: samba, bossanova, volksmuziek, Beatles, experimentele jazz en nog veel meer kwamen bij elkaar en liepen door elkaar heen. Ik vond het verbijsterend.
Terug in Amsterdam bleek het nauwelijks mogelijk om hier platen van Veloso, Buarque en Nascimento te kopen. Dat lukte me wel toen ik midden jaren 70 in Parijs was. Bij de chique platenzaak Champs Elysee (inderdaad op de Champs Elysee) hadden ze bakken vol. Ik voelde me als een kind in een snoepwinkel en kocht tientallen behoorlijk prijzige LP's , grotendeels in Braziliaanse persingen, veel op het Phillips label.
Het was allemaal even goed. Opzienbarende ritmes en maten, ongekende arrangementen en prachtige poëtische maar ook strijdbare teksten.
Die strijdbaarheid was noodgedwongen soms wel wat gecamoufleerd. Vanaf 1964 heerste in Brazilië een militaire dictatuur. Het leger had, met hulp van de Verenigde Staten, de linkse president João Goulart afgezet en de rechtse militairen zouden tot 1985 aan de macht blijven. Het was een periode van onderdrukking, politieke moorden, martelingen en inperking van alle burgerlijke vrijheden. Desondanks, of juist daardoor, bloeide in de muziek een fel verzet op. Muzikaal, maar ook in woorden. Want wat heet gecamoufleerde teksten als je een goede verstaander bent? Een lied als Apase de Voce (Ondanks jou) van Chico Buarque uit 1970 liet niet veel aan duidelijkheid te wensen over: Vandaag ben jij de baas / Wat jij zegt staat vast / Er is geen discussie / Mijn volk loopt nu / Stiekem te praten / En kijkt naar de grond... Maar ondanks jou / Zal er morgen / Een nieuwe dag zijn / Ik vraag je / Waar ga je je verstoppen / Voor de enorme blijdschap? / Hoe ga je het verbieden / Wanneer de haan zich niet laat weerhouden om te kraaien?
En ook Milton Nascimento die met de tekst van Coração de Estudante herinnert aan de begrafenis van de student Edson Luis, die in 1968 gedood werd door de politie, maakt duidelijk waar hij staat. Even als Gil en Veloso.
Het is dus geen wonder dat Gil, Veloso en Barque in de gevangenis belanden en uiteindelijk worden verbannen of vluchten naar Europa, o.a. naar Londen en Parijs; waarover Buarque dan weer zingt in zijn Samba de Orly. En dus ook geen wonder dat ik juist in Parijs die bakken vol Braziliaanse LP’s vond.
Die hele collectie platen die ik in Parijs had buitgemaakt was overweldigend en jarenlang draaide ik praktisch iedere dag wel minstens één Braziliaans album. Mijn absolute favorieten waren Geraes (waarop een lied van de uit Chili gevluchte Violetta Para staat, op zich al een politiek statement) en Minas van Milton Nascimento, Juntos e Ao Vivo van Chico Buarque en Caetano Veloso en bovenal Construção.
Dit album uit 1971 betekende een ommekeer in het werk van Buarque, die trouwens voluit Chico Buarque de Hollanda heet. Hij schiep op dit album een heel eigen muziekstijl en keerde zich duidelijk tegen de dictatuur met songs als Samba de Orly en Deus Lhe Pague (God zal het je vergelden).
Maar de meest verpletterende indruk maakt het titelnummer dat als laatste track op kant A van de plaat staat. Construção betekent bouw/gebouw/bouwwerk en het nummer gaat over een bouwvakker die van een gebouw in aanbouw springt (of valt, daarover kun je nog twijfelen).
Het is geen rechtstreeks protest, maar wel een aanklacht tegen de omstandigheden van de arbeiders in Brazilië en door aan het eind twee coupletten te herhalen van Deus Lhe Pague, het openingsnummer van de plaat dat algemeen werd opgevat als kritiek op de dictatuur, wordt het wel degelijk politiek. Het lied is niet alleen muzikaal indrukwekkend, het is tevens de meest poëtische songtekst die ik ken. De tekst is poëtisch zo sterk dat hij ook zonder muziek, op papier, volkomen overeind blijft. Volgens mij zelfs in de vertaling die ik hier voor het Platenblad heb gemaakt en waarin rijm, ritme en het overdonderende taalklankenspel noodgedwongen ontbreken. Het is een ongekend meesterwerk.
Je kunt alleen maar hopen dat Veloso, Buarque, Gil en al die andere dappere muzikanten ook deze nieuwe rechtse dictatuur overleven. Als ze verstandig zijn vluchten ze opnieuw naar Europa, maar ik vrees dat ze daarvoor te veel van hun land houden.Bouwwerk
Hij vrijde die keer alsof het de laatste was
Hij kuste zijn vrouw alsof zij de laatste was
En elk kind alsof het ’t enige was
Stak de straat over met zijn schuchtere stap
En beklom het bouwwerk als een machine
Bouwde op de overloop vier solide muren
Baksteen op baksteen in een magisch ontwerp
Zijn ogen dof van cement en tranen
Ging zitten om te rusten alsof het zaterdag was
At bonen en rijst als een prins
Dronk en snikte als een schipbreukeling
Danste en lachte alsof hij muziek hoorde
En struikelde de hemel in als een dronkaard
En zweefde in de lucht als een vogel
En eindigde op de grond als een slappe bundel
Gekweld in het midden van de publieke ruimte
Dood het tegemoetkomend verkeer verwarrend.
Hij vrijde die keer alsof hij de laatste was
Hij kuste zijn vrouw alsof zij de enige was
En elk kind alsof het 't bijzonderste was
Stak de straat over met zijn dronken stap
En beklom het bouwwerk alsof het solide was
Bouwde op de overloop vier magische muren
Baksteen op baksteen van een logisch ontwerp
Zijn ogen dof van cement en verkeer
Ging zitten om te rusten als een prins
At bonen en rijst alsof dat het beste was
Dronk en snikte als een machine
Danste en lachte als ieder ander
En struikelde de hemel in alsof hij muziek hoorde
En zweefde in de lucht alsof het zaterdag was
En eindigde op de grond als een schuchtere bundel
Gekwelde schipbreukeling midden op de stoep
Dood als tegenligger het publiek verwarrend
Hij vrijde die keer alsof hij een machine was
Hij kuste zijn vrouw alsof het logisch was
Bouwde op de overloop vier schuchtere muren
Ging zitten om te rusten als een vogel
En zweefde in de lucht als een prins
En eindigde op de grond als een dronken bundel
Dood de tegemoetkomende zaterdag verwarrend.
Voor dit brood om te eten, voor deze vloer om te slapen
Het certificaat om geboren te worden en de toestemming om te glimlachen
Om me te laten ademen, om me te laten bestaan
Zal god je vergelden.
Voor de genadedrank die we moeten slikken,
Voor de rook en de schande die we moeten ophoesten
Voor de steigers waarvan we moeten vallen
Zal God je vergelden
Voor de rouwende vrouw die ons looft en bespuwd
Voor de pestvliegen die ons kussen en bedekken
En voor de ultieme vrede die ons uiteindelijk zal verlossen
Zal God je vergelden.*
LP: Chico Buarque – Construção, Philips 6349 017
Live versie: Construção live
Platenversie: Construção van LP
Tekst: Construção lyrics
Klik hier voor een pdf-versie
Gramschap
Pamflettenreeks